platenkast

EEN ONREGELMATIG BLOG …..
records
MET ALS ENIGE OVEREENKOMST DAT HET GAAT OVER PLATEN
en/of ARTIESTEN UIT MIJN PLATENKAST
elpees

 

TERUGBLIK OP 2023

MIJN TOP 10 2023:

1 The Clientele -I am not there anymore
2 Blur -The ballad of Darren
3 The Slow Show -Subtle life
4 Harp -Albion
5 Peter Gabriel – i/o
6 The Coral -Sea of mirrors
7 Ash -Race the night
8 Teenage Fanclub – Nothing lasts forever
9 ØXN -Cyrm
10 Lankum -False Lankum

Mijn favoriete album dit jaar is het achtste album van de Britse indie-band The Clientele.
Ze begonnen te werken aan het album in 2019 en werkten gestaag door tijdens de pandemie. Ze lieten zich vooral inspireren door een periode uit het leven van groepslid Alasdair MacLean, het jaar 1997, waarin zijn moeder overleed. Hun dromerige pop-folk is op deze plaat uitgebreid met percussie elementen, gesproken woord en korte instrumentale nummers. Het verveelt mij geen moment.
Op twee vieren we de terugkeer van Blur die niet alleen met een sterk album op de markt kwam, maar ook een serie geweldige live-optredens, waarvan ik die in de Ziggodome mocht bijwonen.
Op drie The Slow Show uit Manchester. Vrij snel na hun vorige album (2022) verscheen de opvolger Sublte life. Zanger Rob Goodwin doet mij denken aan Tindersticks, maar heeft toch een eigen geluid. De band is erg productief, dit is hun vijfde album sinds de debuutplaat uit 2015.
Op vier de terugkeer van Tim Smith, de man die tien jaar geleden Midlake verliet na een paar sterke albums. Onder de naam Harp maakte hij samen met zijn partner Kathi Zung onder de naam Harp een mooi album voor de liefhebbers van het oude Midlake: Albion.
Op vijf vinden we Peter Gabriel. i/o is zijn tiende solo-album en we moesten maar liefst 21 jaar wachten op nieuw eigen geschreven materiaal, maar hij heeft nog niets aan kwaliteit ingeboet.
Na het prachtige Coral Island uit 2021 kwam The Coral dit jaar terug met twee albums, waarvan Sea of mirrors op 6. Heet debuut van Ash uit Noord-Ierland is inmiddels ook al weer ruim een kwart eeuw oud. In 2023 kwamen ze sterk terug met hun achtste album Race the night.
Ook Teenage Fanclub zijn oudgedienden, maar zolang ze fijne albums maken zoals Nothing lasts forever blijf ik ze volgen. Op plek 9 en 10 gaan we naar Ierland en beide platen hebben een link, want zangeres/multi-instrumentalist  Radie Peat van de groep Lankum uit Dublin maakte ook een zijproject met de groep ØXN, het album Cyrm vol Ierse folk met donkere magie. Betoverend. Het album False Lankum sluit dit lijstje af en betekent een doorbraak naar een breder publiek met o.a. een nominatie voor de Mercury prijs.
(29 december 2023)

 

MEER MEER MEER…

Ruim 25 jaar bezocht Johan Peels muziekverzamelaars om daarvan verslag te doen in Platenblad in de rubriek  De omgevallen platenkast. Nu hij besloten heeft hiermee te stoppen was het een mooie aanleiding al deze bezoekjes in een boek vast te leggen: Meer meer meer.
Het boek bevat portretjes van 220 muziekverzamelaars (steeds een pagina met kleurenfoto) en daarnaast analyses, categorieën, types, humor en zelfs een testje. Ruim 345 pagina’s interessant leesvoer voor elke muziekliefhebber!  Voor slechts 27,50 te bestellen bij de schrijver.
Kijk voor meer informatie op meerdan200omgevallenplatenkasten.jouwweb.nl
Aanrader!

 

TERUGBLIK OP 2022

MIJN TOP 10 VINYL 2022

1 The Fernweh -Torschlusspanik!
2 Arcade Fire -WE
3 Yorick van Norden -Playing by ear
4 Gerry Rafferty -Rest in blue
5 Weyes Blood -And in the darkness hearts aglow
6 The Haunted Youth -Dawn of the freak
7 Father John Misty -Chloe and the next 20th century
8 Suede -Autofiction
9 Yungblud -Yungblud
10 Wet Leg -Wet Leg

The Fernweh uit Liverpool debuteerden in 2018 met een geweldig album wat nergens in jaarlijstjes verscheen, want de plaat kwam in december uit, wel net op tijd om nog in mijn jaaroverzicht mee te nemen en wel direct op plek 2. Sinds die tijd is het album alleen maar gegroeid en ik vind het nog steeds prachtig. Alles klopt aan die plaat, ook de hoes. Dit jaar verscheen hun tweede album Torschlusspanik! en die schopt het nog een plekje hoger tot mijn album van het jaar. De plaat is niet beter dan het debuut, hier en daar wat meer popinvloeden naast hun vooral op psych folk rock (vooral Fairport Convention) geinspireerde muziek, maar ik heb hier meer plezier aan beleefd dan van de andere dit jaar verschenen platen, en is ook een groeiplaat, dus terecht op 1. Het wordt tijd dat de groep eens deze kant op komt. Op 2 het zesde album van Arcade Fire. Ik vind het een sterk album en heb ook zeer genoten van hun concert in de Ziggo dome. Op drie en vier platen die formeel uit 2021 zijn, maar beiden pas in 2022 een vinyluitgave kregen en daarom nu pas in mijn lijstje terecht kunnen. Op drie het derde solo album van Yorick van Norden en die trekt de lijn van de vorige twee albums door en doet daar zeker niet voor onder. Ook het live-release optreden pas dit jaar kunnen meemaken door alle beperkingen van het jaar hiervoor. Op vier “nieuw” werk van Gerry Rafferty, de door mij zeer bewonderde singer-songwriter, die helaas in 2011 overleed. Zijn dochter Martha maakte aan de hand van beschikbare demo’s  met bevriende muzikanten dit album af en ook de hoes is zoals gebruikelijk van Patrick. Voor mij een waardevolle aanvulling van de verzameling. Weyes Blood liet het tweede deel van een trilogie het daglicht zien, het eerste deel Titanic rising stond in mijn top 10 van 2019 en ook deze is weer prachtig. Op 6 het debuut van The Haunted Youth uit Hasselt België. Een rijp debuut voor deze jonge muzikanten rond Joachim Liebens (de plaat is min of meer een solo project), wat betreft geluid misschien dicht bij War on drugs, maar zeker niet storend. Ook live maakten ze het waar en dit gaat best een grote band worden op festivals in 2023. Father John Misty doet op zijn nieuwste album mij nog al eens denken aan Harry Nilsson, niet de slechtste referentie. Suede kwam sterk terug met hun inmiddels negende album waar ze “back to basics” wilden klinken en die urgentie is duidelijk te horen. Yungblud was voor mij een van de verrassingen van dit jaar, vooral My funeral live op tv zien tijdens Glastonbury en Rock Werchter bevestigde mij dat deze stuiterbal de moeite waard is. Op 10 dan nog het debuut van Wet Leg, de dames hadden vorig jaar hun naam al gevestigd met single Chaisse longue.
Net niet: Black country new road, Fontaines D.C. en The Cactus Blossoms.
Speciale vermelding voor Ryan Adams, die digitaal dit jaar maar liefst zes albums digitaal liet verschijnen, waaronder complete cover albums van Nebraska en Blood on the tracks.
Drie van de albums zijn gratis te downloaden voor de fans. Komen we gelijk bij nog iemand die zes albums uitbracht in 2022, Neil Young. Het nieuwe album World record met Crazy Horse viel mij zeker niet tegen (vooral Chevrolet is classic NY/CH), verder verscheen Archive studio plaat Toast (ook met Crazy Horse) en nog vier live albums in de Archive serie). Dure tijden voor de liefhebber.
Laat ik nog even mijn single van het jaar noemen (ook op 12 inch verschenen), Naïef van Meltheads. Deze jonge post-punkers uit Antwerpen hebben met hun enige Nederlands (Vlaams) talige nummer gelijk een Belpop klassieker gemaakt. Het is nu al een vast onderdeel van mijn muzikale geheugen. (Ik ben misschien niet de slimste jongen Maar ik ben niet naïef…..)
(29 december 2022)

 

BOB DYLAN -THE PHILOSOPY OF MODERN SONG

The philosophy of modern song is een misleidende titel. Het boek bevat 66 zwaar subjectieve essays over liedjes die Dylan na aan het hart liggen. Modern is hier dan ook relatief. De keuze leunt behoorlijk op muziek uit het midden van de vorige eeuw. Opvallend ook het ontbreken van bijvoorbeeld Lennon/McCartney (er staan zowiezo maar weinig Engelse liedjes in, ik zie alleen Elvis Costello, The Clash en The Who) maar ook geen Brian Wilson, Neil Young, Joni Mitchell om er maar een paar te noemen. Gezien Bob’s  cover albums is het niet vreemd dat we zangers als Perry Como, Frank Sinatra en Dean Martin tegenkomen. Zeker zijn enthousiasme voor Perry valt erg op. In veel essays stapt Bob in de gedachten van de schrijver en neemt ons mee in het liedje zelf. Dit geeft dan extra inzicht in het liedje en maakt je nieuwsgierig. Dat is zeker ook zo omdat lang niet alle liedjes (voor mij) bekend zijn. Soms gaat het essay niet eens over het betreffende liedje, maar geeft ons inzicht in Dylan’s eigen gedachten. Zo geeft hij bij het nummer Cheaper to keep her een visie op de echtscheidings-industrie, waarbij hij zelfs pleit voor polygamie. Veel hoofdstukken bestaan uit twee delen, eerst het essay en dan iets over de achtergrond van de artiest of het liedje. Dit is echter niet standaard voor alle hoofdstukken.
Kortom Dylan blijft Dylan en schrijft precies over wat hij zelf wil. Hij geeft in zijn verhalen ook inzicht in zijn eigen wereld. Een voorbeeld is zijn tekst bij On the road again van Willie Nelson, waarbij zijn motieven om eindeloos te touren duidelijk worden: “The thing about being on the road is that you’re not bogged down by anything. Not even bad news. You give pleasure to other people and you keep your grief to yourself.”
Het boek is fraai geillustreerd, waarbij de associatie van het fotomateriaal met de verhalen  soms beperkt is, maar mooi uitgevoerd is het boek zeker. Aan het boek werd gewerkt sinds 2010, de extra tijd die beschikbaar kwam door de pandemie is in dit geval goed gebruikt om het af te ronden. Na Chronicles: Volume One uit 2004 eindelijk een nieuw Dylan boek (zijn eerste sinds het winnen van de Nobelprijs voor de Literatuur) en deze is zeer de moeite waard voor iedere muziekliefhebber, Dylan fan of niet, want uiteindelijk gaat het om de liefde voor muziek:  “ Music, like all art, including the art of romance, tells us time and time again that one plus one, in the best of circumstances, equals three.”

Spectrum (Uitgeverij Unieboek/Het Spectrum b.v.)
ISBN 9789000384013
(6 november 2022)

HET GEHEIM VAN BOWIE
EN 399 ANDERE WEETJES UIT EEN EEUW POPMUZIEK

Peter van Dijck ken ik als auteur van het boek Watskeburt, Lage Landen, waarin hij alle aspecten van de Nederlandstalige muziek uitgebreid behandelde. In zijn nieuwe boek, Het geheim van Bowie en 399 andere weetjes uit een eeuw popmuziek, komt muziek uit de hele wereld aan bod. Het zijn niet zomaar losse weetjes, maar ze zijn thematisch gegroepeerd in 10 hoofdstukken, zodat al lezende de geschiedenis van de muziek van de laatste eeuw ongemerkt passeert. Hierdoor is het veel meer dan zomaar een opsomming van weetjes, hoewel natuurlijk regelmatig grappige feiten langskomen, die een andere blik op een artiest, muziekstroming of instrument geven. (Wist je bijvoorbeeld dat het blazen op een didgeridoo gezond is of dat Björk creatief is met kattenbakvulling ?). Ook liefhebbers van lijstjes (zoals Essentiele Vietnam songs, beste albums uit Zuidelijk Afrika, Muzikale Dynastieën en nog heel veel meer) komen in dit boek aan hun trekken. Voor het beluisteren van de genoemde muziek zijn er handige Spotify- em YouTube codes opgenomen. Dit boek is kostelijk leesvoer voor alle muziekliefhebbers met een brede belangstelling, je stuit hier echt op veel nieuwe weetjes. En wat is nu het geheim van Bowie, daarvoor moet je het boek toch echt zelf lezen. Doen!

Peter Van Dyck Het geheim van Bowie En 399 andere weetjes uit een eeuw popmuziek
320 blz. uitg. Lannoo ISBN 9789401474252

TERUGBLIK OP 2021

MIJN TOP 10 VINYL 2021

1 Ryan Adams -Wednesdays
2 Villagers -Fever dreams
3 The Coral -Coral island
4 Chantal Acda -Saturday moon
5 Bertolf -Happy in hindsight
6 Ida Mae -Click click domino
7 Counting Crows -Butter miracle suite one
8 Robert Plant & Alison Krauss -Raise the roof
9 Sam Fender -Seventeen going under
10 Black Country New Road -For the first time

Net niet: The Besnared Lakes (are the last of the great thunderstorm warnings), Floating Points, Pharaoh Sanders & LSO (Promises), Elbow (Flying dream 1), Crowded House (Dreamers are waiting), Strand of Oaks (In heaven), Neil Young & Crazy Horse (Barn) en Van Morrison (Latest record project volume 1). Nog niet op lp, (komen in 2022) maar wel vast on-line beluisterd: Yorick van Norden (Playing by ear) en Gerry Rafferty (Rest in blue).
2021 was voor mij vooral het weerzien van vertrouwde namen met nieuw materiaal. Van bovenstaande lijst is alleen de plaat van Black Country New Road een debuut (maar die deed mij dan weer sterk aan Wire denken).  Mijn meestgedraaide plaat dit jaar is Wednesdays van Ryan Adams, zijn eerst album na drie jaar en voor mij zijn beste sinds heel lang. Een erg ingetogen, persoonlijk en somber album waar zware thema’s niet uit de weg worden gegaan. Dat de plaat door de “metoo” affaires niet de benodigde aandacht kreeg (Ryan is zijn carriere, zeker in Amerika, wel zo’n beetje kwijt) is niet anders en dat de europese vinylpersing dan ook nog niet best was heeft niet echt geholpen maar ik koester dit album. Villagers, ofwel Conor O’Brien, heeft sinds zijn debuut 11 jaar geleden geen slechte platen afgeleverd en Fever dreams is ook weer een aanwinst. Door de lockdown bleef hij aan de arrangementen werken en de plaat is dan ook vol geluiden, effecten, stemmetjes en zo zonder storend te worden. The Coral debuteerden in 2002 en kwamen in 2021 met een dubbel-album over Coral island. Het is een thema album vol prachtige Britse popliedjes, die door de verbindende teksten soms ook nog aan Ogden’s nutgone flake doen denken.  Chantal Acda ontmoette ik tien jaar geleden als zangeres van de Isbells maar heeft sindsdien ook een aantal mooie albums onder eigen vlag gemaakt. Saturday moon zou oorspronkelijk een intiem album worden maar is uiteindelijk toch ingekleurd door veel gastmuzikanten. Zo krijgt ze gezelschap van Low, Marc Ribot, Bill Frisell en Borgar Magnason (Sigur Ros) maar ondanks die inbreng blijft het toch een intiem album. Het zesde album van Bertolf staat vol mooie popliedjes en deze singer-songwriter groeit nog steeds met elk album. In 2019 was ik zeer enthousiast over hun debuut, maar de tweede plaat van Ida Mae, een Brits echtpaar dat in Nashville woont, doet er niet voor onder. Blues,country en folk zijn nog steeds de ingrediënten.Na een lange stilte van 7 jaar was daar dit jaar plotseling nieuw plaatwerk van Counting Crows, een EP met vier songs (en op de B kant nog een mooie bonus) die onmiskenbaar klinken als de Crows in hun hoogtijdagen en daar werd ik best een beetje blij van. Het wachten is op volume two. Veertien jaar na Raising sand komen Robert Plant en Alison Krauss met een opvolger. Raise the roof is misschien dan minder verrassend, het blijft een prachtige combinatie, die stemmen. Het tweede album van Sam Fender heeft weer persoonlijke teksten en het geluid blijft doen denken aan de E Street Band, maar in zijn geval stoort me dat niets. Jammer dat het concert in Tivoli na twee keer uitstel nu verplaatst gaat worden naar de Afas Live, maar het zegt wel iets over zijn snel groeiende status.
(29 december 2021)

DE HITENCYCLOPEDIE

Het is december en dus de tijd van lijstjes. De Vlaamse auteur Denis Michiels is expert van Vlaamse en Nederlandse hitparades met alle bijbehorende feiten. In zijn voorwoord van het net verschenen boek 1000 Hits van de Lage Landen -De Hit Encyclopedie heeft hij het over “de dwang alles te rangschikken in lijstjes met stijgers, dalers, zittenblijvers en nieuwkomers”. LPVINYL doet niet anders met de jaarlijkse verkiezing van de Platenzaak van het jaar en heel veel mensen vinden dat gelukkig ook leuk. Ik denk dat veel mensen ook dit boek leuk gaan vinden. Het gidst je langs de 1000 meest populaire hits van 1954 tot halfweg 2021 aan de hand van anekdotes over de artiesten en boeiende verhalen achter de liedjes. Het schitterend vormgegeven boek begint in 1954 met Perry Como en eindigt op 29 mei 2021 met Hooverphonic. Daar zijn ruim 500 pagina’s voor nodig in een kloeke (ruim a4 formaat) uitgave van ongeveer 2,5 kilo. Zo kom je heel veel te weten over alle grote hits in Nederland en Vlaanderen in de afgelopen decennia.
Het boek toont bij de hit gegevens ook een foto van de originele singlehoesjes. Uiteraard staat er achterin een index op artiest, talloze bonuslijstjes, leuke info en sluit dit boek af met een QR-code. De code brengt je naar de afspeellijst van dit boek met meer dan 95 uur hits van acht decennia. Het ultieme koffietafelboek dus voor alle liefhebbers van hits en hitlijsten.

Uitgeverij Lannoo  ISBN 9789401481090
(21 december 2021)

TERUGBLIK OP 2020

MIJN TOP 10 VINYL 2020

1 Arbouretum -Let it all in
2 American Aquarium -Lamentations
3 The Empty Hearts -Second album
4 Jarv is… -Beyond the pale
5 Bruce Springsteen -Letter to you
6 The Flaming Lips -American head
7 Waxahatchee -Saint Cloud
8 Dion -Blues with friends
9 Taylor Swift -Folklore
10 Ray Lamontagne -Monovision

Mijn plaat van het jaar is Let it all in, het zevende album van Arbouretum, een band uit Baltimore, maar het eerste wat bij mij is doorgedrongen. Ik heb ze schijnbaar op het juiste moment ontdekt want Pitchfork schrijft: “The long-running Baltimore folk-rock band has never sounded so at ease, or so electrifying.” De plaat begint meteen lekker met How deep it goes maar het hoogtepunt hier is het bijna twaalf minuten durende titelnummer, wat bij mij herinneringen opriep aan het gitaarwerk  van Television of Richard Thompson. Op twee Lamentations van American Aquarium, een groep rond BJ Barham uit North Carolina. Het openingsnummer gaat over de verlies van het geloof in de American dream en zet meteen een prachtige standaard neer voor de rest van het album. BJ’s songs zitten vol commentaar op de politieke en sociale omstandigheden van zijn land. Dat hij daarbij aan Bruce Springsteen doet denken is bijna onvermijdelijk, maar geen beletsel. Ze zouden in Nederland te zien, zoals zoveel meer dit jaar, maar misschien in 2021 een nieuwe kans. Op 3 het tweede album van The Empty Hearts. Hierover schreef ik eerder: The Empty Hearts, vier muziek veteranen die samen de muziek spelen waar ze gek op zijn, duidelijk geinspireerd op 50s, 60’s en 70’s classic en garage rock. Powerpop van de bovenste plank, een aanrader voor bijvoorbeeld liefhebbers van The Raspberries. The Empty Hearts bestaan uit Wally Palmar (The Romantics), Elliot Easton (The Cars), Andy Babiuk (The Chesterfield Kings) en Clem Bu rke ( Blondie). Op vier Jarvis Cocker, die we uiteraard kennen van Pulp met zijn nieuwe band Jarv is…, Beyond the pale is misschien wel zijn beste plaat sinds This is hardcore (1998). De basis voor alle nummers zijn overigens live opnamen, waarbij in de studio de nodige overdubs werden toegevoegd. Op vijf Letter to you, een sterk album van Bruce Springsteen, waarbij hij met The E Street Band de nummers live in de studio op de plaat zette. Op zes The Flaming Lips, American head is een terugkeer naar de sound van hun meest succesvolle platen en maakte deze tot een verrassend sterk album. Waxahatchee is Katie Crutchfield en haar persoonlijke teksten op een mix van folk en Americana maakten Saint Cloud tot een aanrader. Op 8 vinden we Dion, de veteraan die al meer dan zestig jaar geleden een flink aantal prachthits had. Vaak komt bij mij nog zijn Reunion live album met The Belmonts uit 1972 op de platenspeler. Op het album Blues with friends gebeurt precies datgene wat de titel belooft en die vrienden zijn niet de minsten: Van Morrison, John Hammond, Billy Gibbons, Jeff Beck, Paul Simon, Joe Bonamassa,  Brian Setzer,  en dan ook nog Patti Scialfa en Bruce Springsteen. Maar nergens krijgen deze gasten de overhand, het blijft een echt Dion album. Taylor Swift maakte dit jaar vanuit huis maar liefst twee platen waar Aaron Dessner (The National) een flink aandeel in had, waarvan Folklore inmiddels op lp uit is. Evermore volgt in 2021. Vooral het nummer Exile wat ze samen met Bon Iver schreef en uitvoert is erg mooi. Op 10 dan nog Ray Lamontagne met Monovision, een mooi ingetogen album.
(29 december 2020)

DE VIJFDE BEATLE

De Vijfde Beatle is een begrip dat we zelfs op Wikipedia tegen komen: “De titel De Vijfde Beatle is in de loop van de tijd toegekend aan verschillende mensen die ofwel ooit lid waren van The Beatles ofwel een sterke binding hadden met “The Fab Four”.” Nu is er een erg leuk boek verschenen onder de titel “De Vijfde Beatle” , een verzameling columns die onder deze titel verschenen in De Volkskrant en aangevuld zijn met een aantal extra portretten. In totaal zijn er 64 kandidaten beschreven en op onderhoudende manier wordt vermeld waarom zij de titel verdienen. Naast alle usual suspects (Brian Epstein, George Martin, Pete Best, Stuart Sutcliffe, Billy Preston) zijn er ook een aantal verrassende keuzes gemaakt door de schrijvers Paul Onkenhout en John Schoorl  (jawel hoor, John en Paul), waaronder uiteraard landgenoten, maar we komen vijfde Beatles uit  o.a. Brazilië, Tsjechië, Rusland, Spanje  en Taiwan tegen. Het zijn juist dit soort onverwachte verbanden die ze weten te leggen met allerlei mensen die ooit met de Beatles te maken hadden, die het lezen van dit boek ook voor de fervente Beatles fan tot een aangenaam tijdverdrijf bestempelen. Een prima aanvulling dus op de inmiddels aardige rij boeken over The Beatles in mijn boekenkast.
Uitgegeven door Nieuw Amsterdam, ISBN 9789046827741
(15 november 2020)

THE EMPTY HEARTS

The Empty Hearts, vier muziek veteranen die samen de muziek spelen waar ze gek op zijn, duidelijk geinspireerd op 50s, 60’s en 70’s classic en garage rock. Powerpop van de bovenste plank, een aanrader voor bijvoorbeeld liefhebbers van The Raspberries. The Empty Hearts bestaan uit Wally Palmar (The Romantics), Elliot Easton (The Cars), Andy Babiuk (The Chesterfield Kings) en Clem Burke ( Blondie). The second album verscheen onlangs en als op een nummer dan ook nog Ringo Starr meedoet op drums is het helemaal feest. Het album is verschenen op Wicked Cool Records, het platenlabel van Steve van Zandt, die ook de groepsnaam verzon. Het eerste album verscheen overigens in 2014. “Those common influences are what brought us together,” aldus Clem Burke. “We’re survivors and lifers of rock ‘n’ roll. We take from everything that’s come before musically. A lot of people have never heard or seen a band like this. There’s a freshness to it, at the same time as it’s a recollection of the past. Being a rock musician today is like being a jazz musician back in the early days of rock.”
(7 oktober 2020)

TERUGBLIK OP 2019

MIJN TOP 10 VINYL 2019

1 Ida Mae -Chasing lights
2 Purple Mountains -Purple Mountains
3 The Maureens -Something in the air
4 Sam Fender -Hypersonic missiles
5 Bruce Springsteen -Western stars
6 Strand of Oaks -Eraserland
7 Van Morrison -Three chords and the truth
8 Weyes Blood -Titanic rising
9 Chantal Acda -Puwawau
10 Big Thief -Two hands

Mijn plaat van het jaar is Chasing lights van Ida Mae. Het Britse echtpaar Chris Turpin en Stephanie Jean Ward speelden lang in de band Kill it kid, maakten drie platen tussen 2009 en 2015 maar een echte doorbraak bleef uit. Nu proberen ze het samen, grotendeels vanuit Nashville, hoewel de plaat werd opgenomen in de Real World studios van Peter Gabriel. Saai kan je dit album zeker niet noemen, opener Boom boom boom heeft White Stripes achtige trekken, maar het mooist zijn de ballads zoals titelnummer Chasing lights. Een album met oog voor details.
Op twee het eerste album wat David Berman na tien jaar stilte onder deze naam uitbracht en wat helaas meteen het laatste zal zijn. Na 2009 stopte hij met zijn Silver Jews muzikale avontuur om een decennium lang zich terug te trekken uit de muziekscene. Na het overlijden van zijn moeder pakte hij zijn gitaar weer op en “I Loved Being My Mother’s Son” is dan ook op het album terug te vinden.Het album klinkt warm en direct, de teksten laten niets te raden over. “All my happiness is gone” zingt hij, een maand na het verschijnen van dit album nam hij afscheid van het leven. Laten we hem herinneren met dit mooie muzikale testament. Op drie het derde album van The Maureens uit Utrecht. Ik noemde hun muziek al eerder een sound tussen The Byrds en The Jayhawks en alles daartussen in, maar het zijn vooral heel fijne liedjes. Ik word er erg vrolijk van in ieder geval. Door een ernstig ongeluk van gitarits Martijn stonden de activiteiten van de band na de zomer noodgedwongen op een laag pitje. Hopelijk gaat dat in 2020 weer allemaal goed komen. Deze band verdient veel meer aandacht. De debuutplaat van de 25 jarige Brit Sam Fender op vier. Hypersonic missiles kent een groots geluid, teksten die ergens over gaan en als dan af en toe de saxofoon los gaat, is de naam Clarence Clemons niet ver weg. En met het denken aan Clarence komen we dan vanzelf bij The boss, die met Western stars een plaat maakte, die in heel veel refereert aan zijn eerdere werk, maar tegelijk een heel ander geluid laat horen door de uitgebreide instrumentale arrangementen. Een sterk album. Sinds Heal mijn album van het jaar 2014 werd blijf ik Timothy Showalter, alias Strand of Oaks op de voet volgen en ook Eraserland is weer een prima album, mensen die War on drugs mooi vinden en dit niet kennen moeten maar eens snel luisteren. Van Morrison is, hoewel inmiddels 74, productiever dan ooit, maar Three chords and the truth (zijn 41ste solo album) vind ik persoonlijk zijn beste album van deze eeuw en dat is toch best knap voor iemand met zo’n lange carriere. Weyes Blood (ofwel Natalie Mering) maakt dit jaar indruk met haar vierde album Titanic rising, met mooi gearrangeerde muziek, maar ook een duidelijke boodschap en straalt hoop uit. De Nederlandse Chantal Acda opereert al jaren vanuit België (ik leerde haar kennen via de Isbells) en haar nieuwe album Puwawau is een overgelijkbare muzikale ervaring. Ik citeer even: “Het is muziek uit een voorstelling waarmee zij wil zij onderzoeken wat de universele factoren zijn die stemmen verbinden of beïnvloeden, zoals erfgoed, taal, materialen en levensliederen. Dit onderzoek wordt geleid door zes thema’s die elk een muziekstuk vormen.” Indrukwekkend!  Big Thief bracht dit jaar twee albums uit, maar Two hands won het voor mij vanwege de aanwezigheid van prijsnummer “Not”, wat ontaart in geweldig Crazy Horse achtig gitaarspel. Over Crazy Horse gesproken, Neil Young haalde het paard na jaren weer van stal en het bijbehorende Colorado album eindigt dit jaar net buiten mijn top 10.
(27 december 2019)

 

HOW DOES IT FEEL -LEVEN MET BOB DYLAN

Wat betekent het werk van Bob Dylan voor 26 bekende Nederlanders en Vlamingen? Het is de rode draad in het boek “How does it feel, Leven met Bob Dylan” van Harm Peter Smilde, schrijver en muzikant en al sinds zijn dertiende enthousiast Dylan volger. Deze gesprekken met o.a. Henk Hofstede, Raymond van het Groenewoud, Ernst Jansz, Lucky Fonz III en Freek de Jonge worden niet weergegeven als interviews, maar diverse uitspraken komen terug in de door de schrijver gekozen tien thematische hoofdstukken.  Deze worden aangevuld met citaten van diverse uitspraken van Dylan zelf. Uiteraard zijn de geinterviewden allemaal Dylan liefhebbers, maar ze zijn gelukkig niet altijd kritiekloos wat de leesbaarheid ten goede komt. De rol van Dylan in de historie van de popmuziek lijkt me onomstreden, ook bij mij is zijn werk uitgebreid te vinden in de platenkast. Wel denk ik dat dit niet echt een Dylan boek voor beginners is, wel een mooie aanvulling voor de meer dan gemiddelde fan om de eigen inzichten (weer) eens te vergelijken met die van anderen. Voor hen is dit een interessant boek en dus een aanvulling in de Dylan verzameling.
Uitgegeven door Lannoo, ISBN 9789401458238
(30 oktober 2019)

DEBBIE HARRY –FACE IT

74 jaar is Debbie inmiddels, voor veel mensen een synoniem voor Blondie (maar dat was toch echt de naam van de band). In mijn platenkast de eerste drie albums en een verzamelplaat, maar echt verdiept in de persoon van Harry had ik me tot nu toe niet echt. Deze bijna 400 pagina’s dikke autobiografie heeft daar verandering in gebracht. Zo leren we dat ze door haar moeder werd “weggegeven” aan het kinderloos echtpaar Harry die haar de naam Deborah gaven. Bij geboorte heette ze nog Angela Trimble. De New Yorkse periode in de jaren 70 is erg interessant omdat het een inkijkje geeft in die wonderbaarlijke wereld waarin ook de Ramones, Television, Patti Smith en vele anderen een rol spelen. Het geeft toch even een unieke blik in die periode door een van de ooggetuigen. En ook het verhaal over de support act bij de tour van Iggy Pop met David Bowie in de band, het huisbezoek bij Phil Spector en de eerste Engelse optredens zijn mooie herinneringen. Haar Top Pop optreden in 1978 met als gevolg een Nederlandse nummer 1 hit is niet terug te vinden (De groep had in Nederland 13 top 40 hits). Voor ons Nederlanders een mooie herinnering maar in het grote verhaal niet echt van belang. Dat een boek van dit stijlicoon ook ruim geillustreerd is mag bijna vanzelfsprekend heten. Er is ook  veel fan-art te vinden. Al met al een openhartig verhaal over wat er nodig is om te overleven in de ratrace van beginnend bandje tot wereldster waarin hard werken en moeilijke tijden niet worden overgeslagen. “Mijn Blondie-personage was een opblaaspop met een donkere, uitdagende, agressieve kant. Het was een act, maar toch was ik bloedserieus””, aldus de hoofdpersoon zelf. Een lezenswaardig boek dus ook voor de wat minder fanatieke Harry volger.
Uitgegeven door Spectrum (ISBN 9789000359165)
(16 oktober 2019)

WATSKEBURT, LAGE LANDEN?

Journalist en muziekfanaat Peter Van Dyck stelt met Watskeburt, Lage Landen? een ware eregalerij van het Nederlandstalige lied samen. Hij graaft in leven en werk van bekende helden, vergeten goden en rijzende sterren aan het Nederlandse en Vlaamse muziekfirmament: van volkszangers en cabaretiers tot polderrockers, beatniks, nederpoppers en frithoppers. Een cultuurgeschiedenis die de brug slaat tussen jong en oud, Nederlands en Vlaams, levenslied en hiphopbeat.
Aldus de tekst op de achterkant van een 500 pagina’s dik boek over muziek uit de Lage Landen, en dan beperkt de schrijver zich nog alleen tot de Nederlandstalige muziek.
Het is opgedragen aan de ouders van Peter, die hem de eerste liedjes van na de oorlog leerden kennen en daarmee de liefde voor muziek en taal kweekten. Het boek is licht chronologisch, maar tegelijkertijd ook weer niet door de vele dwarsverbanden die worden getrokken. Er is namelijk allereerst een indeling in zeven hoofdstromingen: Volkszangers, Chansonniers & cabaretiers, Polderrockers, Popmelomanen, Nieuwe meisjes, Kosmopolieten en Speelvogels & Hiphoppers. Zo begint het verhaal ergens in de jaren 40 met The Ramblers. Eddy Christiani en Bobbejaan Schoepen en eindigt het met Osdorp Posse, De jeugd van tegenwoordig, Boef en Fixkes. Naast heel veel feitjes, analyses  en citaten rondom altijd weer de liedjes die centraal staan, zijn er ook uitgebreidere interviews zoals met o.a. Boudewijn de Groot, Herman van Veen, Raymond van het Groenewoud en Spinvis. Het boek geeft bovendien met allerlei playlists aanleiding om heel veel nummers (weer) eens te beluisteren. Of zoals de schrijver in zijn epiloog schrijft: Het zou bijzonder fijn zijn als mensen na de lectuur van dit boek zin krijgen om artiesten en liedjes te ontdekken, die hun tot voor kort onbekend waren.
Een mooie conclusie (ook uit de epiloog) is dan ook: “Van levenslied tot hiphopbeat: au fond brengen onze liedjesschrijvers verslag uit van hoe het is mens te zijn.”
De rode draad dus toch gevonden.
Een eigenzinnige canon van het Nederlandstalige lied is de ondertitel van dit boek en hoewel je zelfs in 500 bladzijden nooit compleet kan zijn en er dus altijd omissies zijn aan te wijzen vind ik dit een heerlijke selectie. Iedereen die maar enigzins interesse heeft in Nederlandstalige muziek moet dit boek zeker gaan lezen. Gelukkig is er ook een uitgebreide index. Laat je gerust ook verrassen!
Uitgegeven door Lannoo, ISBN 9789401457699
(2 oktober 2019)

365 ALBUMS DIE JE BELUISTERD MOET HEBBEN

Veel muziekverzamelaars kennen natuurlijk het boek “1001 albums die je gehoord moet hebben”, waarvan al diverse edities zijn verschenen. De platen zijn hierin gerangschikt naar jaar van uitgave. Onlangs kan voor de liefhebbers van dit soort uitgaven daar dit boek van Peter Vantyghem aan worden toegevoegd: “365 albums die je beluisterd moet hebben”. Door uit te gaan van één album per dag en die in een jaar te beluisteren is vervolgens ook nog eens per maand een indeling gemaakt naar genre, zoals de klassiekere indeling van blues, country, soul, folk, jazz en afro-latino met daaraan gekoppeld pop, rock, indie, urban, electronica en chanson. Door deze indeling is er een heel andere manier van kijken naar je collectie mogelijk en zijn er ook veel voor de lezer nieuwe platen uit de rijke muziekgeschiedenis te ontdekken. Na telling (ja heb ik echt gedaan) ontdekte ik 80 titels van de 365 in het boek die in mijn platenkast staan. Dat het genre rock hier het hoogste scoort verbaast me niet, gevolgd door folk, punk/indie en country. Dat er genres zijn waar ik niets van heb (jazz en urban) komt ook niet als een verrassing. Dat er in het boek lang niet altijd de voor de hand liggende keuzes zijn gemaakt maakt het geheel alleen maar leuker. Zo heb ik vaak wel de betreffende artiest op plaat, maar niet altijd de betreffende titel en zou ik zelf ook niet elke artiest in de genoemde categorie indelen, maar het intrigeert wel. Bij elk album (1 pagina per dag/album) wordt verteld waarom het goed is (blijft natuurlijk subjectief), wie de artiest erachter is en wat hij/zij daarover te zeggen heeft. Verder hieraan gekoppeld luister- en kijktips en van elk album een voorloper of opvolger. Hierdoor komen er dus nog eens 365 namen naar voren. Nog wat statistieken: 25% vrouwelijke acts, 10% niet westerse acts en (omdat de auteur uit België komt) 10% Belgische artiesten (maar ook Nederlanders zijn in het boek terug te vinden). Je kunt het boek random lezen of per genre bekijken of gewoon per dag. Bekijk het zelf maar. Ik vermaak er mij prima mee.
Uitgegeven door Lannoo (ISBN 9789401459280)
(1 juli 2019)

YOUR SLIPMAT

Wat ligt er nu op mijn draaitafel…..?  Nee, dit is geen onbekende picture-disc van mijn favoriete bandje uit Liverpool maar een nieuw Nederlands product, een slipmat die je geheel naar eigen inzicht kunt laten maken. Het nog jonge initiatief YOURslipmat verzorgde onlangs al de custom matten voor Record Store Day en ook ik was nieuwsgierig hoe een eigen slipmat er uit zou zien. Het design maak je via de website zelf, dat kan een afbeelding van een logo, familielid, huisdier, favoriete bandje of zomaar een eigen tekening zijn, alles is mogelijk. Ik was blij met de mooie afwerking, de mat is van polyester vilt dat complexe designs mogelijk maakt. Ze leveren ook blanco slipmatten van rubberkurk, die voor een beter geluid zorgen, maar daar is verven voor een ander design de (beperkende) mogelijkheid.
Ik heb beide matten de afgelopen periode uitgeprobeerd en heb al veel leuke reakties gehad van mensen die de draaitafel met deze “versiering” in de huiskamer aantroffen. Daarbij gebruik ik de kurkmat bij het afspelen van platen, bij stilstand gaat de polyester map met Beatles logo er gewoon over heen. Kijk gerust eens op www.yourslipmat.com voor de mogelijkheden en versier ook je draaitafel met een eigen design.
(25 april 2019)

TERUGBLIK OP 2018

MIJN TOP 10 VINYL 2018

1 The Milk carton kids -All the things that I did and all the things that I didn’t do
2 Marlon Williams -Make way for love
3 The Fernweh -The Fernweh
4 Yorick van Norden -The jester
5 Villagers-The art of pretending to swim
6 Car seat headrest -Twin fantasy
7 Rolling Blackouts C.F. -Hope downs
8 Father John Misty -God’s favorite customer
9 Parquet Courts -Wide awaaaaake!
10 The Lemon Twigs -Go to school

Bevatte mijn top 10 vorig jaar teleurstellend voor het eerst sinds lang geen debuutplaten, in 2018 zijn er gelukkig weer 2 in mijn lijstje terug te vinden. Op drie de eerste lp van The Fernweh, een band uit Liverpool. De muziek is te kenmerken als folk-rock met een vleugje psyche, wat soundtrack trekjes, gitaar pop en met een typisch Brits eind jaren 60/begin jaren 70 geluid ergens tussen Fairport Convention en de vroege Genesis, maar ook met gelukkig genoeg eigen toevoegingen om de plaat in het heden te plaatsen. De plaat (op het eigen label van The Coral) kwam pas eind van het jaar uit, dus is niet te vinden in andere jaarlijstjes, maar ik hoor genoeg moois om het de debuutplaat van het jaar te maken. De andere debuutplaat is volop in jaarlijstjes te vinden, Hope downs van Rolling Blackouts Coastal Fever. Deze Australische band werd in 2013 opgericht en na wat EP’s verscheen dit jaar hun debuut album op Sub Pop. De band brak dit jaar door met hun typische indie gitaargeluid en daarmee het favoriete gitaarbandje van 2018. De muziek van The Milk Carton Kids was tot nu toe aan mij voorbij gegaan. De eerste plaat van dit duo uit Californië verscheen al in 2011 en All the things that I did and all the things I didn’t do is hun inmiddels vijfde album. Bij een eerste beluistering vond ik dit album niet heel bijzonder, maar iets intrigeerde mij om er toch steeds weer bij terug te komen en na een paar luisterbeurten was aanschaf onvermijdelijk. De muziek wortelt in de folk traditie, maar kan in One more for the road uitlopen in een 10 minuten durende song met langdurig instrumental gedeelte. Ook de subtiele toevoegingen van andere instrumenten maken dit een groeiplaat, die daarmee uiteindelijk mijn meest gedraaide en geliefde album van 2018 is geworden.
Marlon Williams was in 2016 met zijn eerste plaat meteen mijn album van het jaar en de dit jaar verschenen opvolger Make way for love is minstens even mooi. Ook live een geweldig artiest.
Op plek vier ook een tweede album en wel van Yorick van Norden. De singer-songwriter uit Haarlem maakte alles wat zijn debuutplaat beloofde waar en meer dan dat. The jester staat vol prachtige popliedjes die net als bij The Fernweh wortelen in een verleden (min of meer dezelfde periode) maar ook stevig in het heden staan. Speciale aandacht voor de twee suites op de b-kant, waarvan Suite no 2 de plaat werkelijk prachtig afsluit.  Villagers (ofwel Conor O’Brien) is sinds zijn debuut uit 2010 een vaste waarde in mijn jaaroverzichten en ook met het dit jaar verschenen The art of pretending to swim bewees deze Ier nogmaals een geweldig componist en zanger te zijn.
Na de doorbraak van Car Seat Headrest (ofwel Will Toledo) besloot deze nu 25 jarige zijn zesde Bandcamp album uit 2011 Twin fantasy opnieuw op te nemen, maar nu professioneel. Het resultaat mag er zijn met erg emotionele en persoonlijke teksten. Aangrijpend.
Father John Misty kwam al weer met een mooi album en ook Parquet Courts blijven enorm productief, dit keer geproduceerd door Brian Burton (Danger mouse).  Op tien een heuse rock-musical, gemaakt door de The Lemon Twigs, een band uit New York rond de twee nog jonge broers Brian en Michael D’Addario (20,21 jaar). Het verhaal van Shane, een geadopteerde chimpansee, die naar school gaat en dat loopt een beetje uit de hand. De muziek zit erg in de jaren zeventig tussen Sparks, Raspberries en 10cc (One night in Paris) in, en zelfs Todd Rundgren en Jody Stephens (Big Star) helpen een handje. Ik ontdekte ze bij Later (BBC) van Jools Holland en ze hebben genoeg talent en durf om ze maar eens verder te volgen. Aan ambities ontbreekt het ze in ieder geval niet.
(28 december 2018)

PAUL SIMON

Robert Hilburn schreef wat mij betreft de definitieve biografie over Johnny Cash en nu is er zijn boek over een andere muzieklegende: Paul Simon. Het schijnt dat zijn boek over Cash Paul heeft overgehaald zijn medewerking aan deze biografie te verlenen. In een muzikale loopbaan van inmiddels 60 jaar kent deze veel ups en downs. Van het eerste beperkte succes met Art Garfunkel als duo Tom en Jerry in de jaren 50 en zijn moeizame pogingen solo aan de bak te komen, zijn eerste solo successen in Engeland in het midden van de jaren zestig, (een erg leuk gedeelte van het boek, zijn metamorfose daar naar een originele singer-songwriter, jammer dat de Britse omroep BBC steeds als BBB in dit hoofdstuk voor komt) de onverwachte doorbraak met een elektrische versie van Sounds of silence, die buiten hem om tot stand kwam, de succesjaren weer samen met Garfunkel, het opbreken van dit duo op het hoogtepunt van de roem (Bridge over troubled water) en zijn solo carriere vanaf begin jaren 70 waarin hij er in slaagt uit de schaduw van het beroemde duo te komen, zijn controverse rondom apartheid met het opnemen van Graceland, er valt heel veel te vertellen over Paul. Het boek kent de volledige medewerking van Simon, hetgeen een voordeel is inzake een blik van binnen uit, maar een nadeel omdat dit het geheel soms kleurt naar alleen de visie van Paul op belangrijke gebeurtenissen. Zo weigerde Garfunkel zijn medewerking aan het boek en ook zijn privé leven inclusief de drie echtgenotes, die Paul had komt beperkt aan bod. Zijn enorme muzikale drive is de rode draad in het verhaal, waarbij nieuwe inzichten in zijn muziek opduiken. Robert Hilburn is een meester in het vertellen van deze indrukwekkende popgeschiedenis en ik heb het boek dan ook met plezier gelezen. Nu zijn muziek weer eens uit de platenkast halen!
Uitgegeven door Spectrum (ISBN 978 90 00 34584 7)
(3 oktober 2018)

LAVALU

Dat Marielle Woltring al sinds 2004 onder de artiestennaam Lavalu naar buiten treed is mij eerlijk gezegd tot nu toe ontgaan. Na een paar EP’s verscheen haar debuutalbum in 2009, in 2013 gevolgd door het tweede album Fighting wildfires. Vervolgens tekende ze voor de muziek bij het theaterstuk Het Pauperparadijs.
Haar derde album kwam vorig jaar al op cd uit: Solitary high, en is sinds kort ook op vinyl verkrijgbaar en ik ben er zeer van onder de indruk. Het popgeluid met band van haar vorige plaat ruilde zij in voor een plaat met uitsluitend zang en (klassiek) pianospel. Ze noemt haar muziek ook wel kamermuziek voor nu, een album gemaakt als liederencyclus.
In interviews geeft zij aan eindelijk de muziek te maken die bij haar past. Zij studeert al heel lang klassiek piano. Ondanks de klassieke invloeden uit het pianospel (ik moet zelf soms denken aan de Satie platen van Reinbert de Leeuw, maar dat is niet zo gek, want behalve die platen ben ik niet zo thuis in klassieke componisten voor piano) is dankzij de mooie zangstem ook de link met popmuziek niet ver weg, een prachtige combinatie wat mij betreft, wat een intense klanken. Dat deze combinatie tien nummers lang niet verveelt is de kracht van Lavalu, het zou in deze combinatie ook saai kunnen worden, maar dat gebeurt hier absoluut niet.  De plaat werkt verslavend en heeft inmiddels al een aantal rondjes op mijn draaitafel gemaakt. De meeste indruk op mij persoonlijk maakt het nummer Milk, waarmee kant 2 opent. Deze plaatzijde eindigt met het a-capella gezongen Too much. I wish it wasn’t too much for you. Dat is het zeker niet, hierna rest niets anders dan de plaat opnieuw opzetten.
Marielle in een interview met 3voor12: “Solitary High is het eerste deel van een drieluik en de komende tien jaar maak ik deze muziek. Op een intuïtieve manier voelde ik aan dat dit er drie moeten worden. Het worden er twee met piano en zang en de derde wordt anders.”  Ik ben nu al benieuwd naar het vervolg.
(16 april 2018)

TERUGBLIK OP 2017

MIJN TOP 10 VINYL 2017
1. The Barr Brothers –Queens of the breakers
2. Peter Perrett –How the west was won
3. The war on drugs –A deeper understanding
4. Son Volt –Notes of blue
5. John Moreland –Big bad luv
6. Arcade Fire –Everything now
7. Father John Misty –Pure comedy
8. Strand of oaks –Hard love
9. Dream Syndicate –How did I find myself here?
10. Chuck Prophet –Bobby Fuller died for your sins
Hoewel er weer genoeg mooie nieuwe muziek in 2017 verscheen is het opvallend dat dit jaar de top 10 geen enkel debuut bevat, dat is in mijn eindejaarslijst lang niet voorgekomen. Er zijn wel platen van voor mij nieuwe artiesten waarvan de eerdere mij ontgaan zijn. Zo is mijn plaat van het jaar de derde lp van The Barr Brothers. Het gaat hier om de Amerikaanse broers Brad en Andrew Barr, ze opereren vanuit Montreal Canada samen met harpiste Sarah Pagé. Een prachtige, vaak dromerige plaat met ruimte voor emoties en herinneringen, de muziek dan weer indie, dan weer meer folk. Songs that I heard is voor mij het hoogtepunt. Op twee de onverwachte terugkeer van Peter Perrett van The Only Ones, waarvan de eerste drie albums uit de periode 1978-1980 een vaste waarde in de platenkast zijn. Peter heeft zijn demonen overwonnen en maakte een ontroerende plaat met behulp van o.a. zijn twee zonen. “I didn’t die, at least not yet, I’m still just about capable … of one last defiant breath” zingt hij, blij dat hij zijn verslavingen te boven is. The war on drugs kwamen met een nieuw album, dat wat mij betreft niet onderdoet voor de vorige. Son volt maakte bij mij veel draaiuren in 2017 en net als bij The Barr Brothers waren de vorige platen van John Moreland mij ontgaan, maar deze vierde is een heerlijk album vol rootsmuziek, waarbij Nebraska van Bruce Springsteen een inspiratiebron is. Voor veel mensen teleurstellend, maar ook met het vijfde album van Arcade Fire kan ik weer prima overweg. Vroeger zouden we dit een concept album noemen, alles ademt perfect de huidige tijdgeest en Everything now is terecht de song van het jaar. Op 7 en 8 twee artiesten die eerder in respectievelijk 2014 en 2015 voor mij de plaat van het jaar maakten: Strand of oaks en Father John Misty. De nieuwe platen zijn zeker een plekje in de top 10 waard, maar beiden vind ik toch wat minder dan de vorige, maar ik heb live dit jaar opnieuw van ze genoten. Nog een onverwachte terugkeer is het betere gitaargeluid van Dream Syndicate. Chuck Prophet sluit de top 10, waarbij Little fictions van Elbow net buiten de boot viel.
Dan nog wat veteranen die prominent in de platenkast voor komen: Neil Young heeft net een nieuw album uit, maar The visitor komt pas in januari op vinyl. Na ruim tien jaar was er ook weer een album van Ray Davies, Americana, prima begeleid door The Jayhawks, eerste deel van een tweeluik, aan het vervolg wordt al gewerkt. Van Morrison bracht maar liefst twee albums binnen een paar maanden uit en gaf dit jaar ook nog een prima concert bij Paleis Soestdijk.
Tot besluit de heruitgaven, er werd veel teruggeblikt naar jubilea, 50 jaar Sgt Peppers, 30 jaar The Joshua Tree en 20 jaar O.K. computer om maar wat te noemen. Van de eerste een mooie 2lp heruitgave met een nieuwe mix en outtakes, van U2 een complete box set en van Radiohead een 3lp OK not OK uitgave met naast b-kantjes een paar nummers, die ik niet had willen missen, zoals I promise. Eindelijk waren er ook de BBC sessies van The Rolling Stones op 2lp (helaas niet chronologisch), het Hammersmith 1975 concert van Bruce Springsteen op 4lp, een mooie box set met alle Otis Redding platen in mono en een niet eerder uitgebracht album van Neil Young uit 1976, Hitchhiker. De platenkast werd zo weer flink aangevuld.
Benieuwd wat 2018 gaat brengen!
(26 december 2017)

LOU REED

Hoewel hij  is te vinden in mijn platenkast met zowel muziek uit de tijd van Velvet Underground en zijn solo periode, moet ik bekennen dat ik mij tot nu toe nog niet echt verdiept had in de persoon Lou Reed. Met het net verschenen boek van Anthony DeCurtis (journalist bij o.a. Rolling Stone) is daar verandering in gekomen. De oorspronkelijke titel is Lou Reed:A life, maar hier is het Lou Reed, de biografie.
Lou was een echte transformer, steeds op zoek naar nieuwe ervaringen, maar ook vol tegenstellingen. “I created Lou Reed,” zei hij bijvoorbeeld in 1976. “I have nothing even faintly in common with that guy, but I can play him well.” Drie jaar later zegt hij dan weer: “I guess the Lou Reed character is pretty close to the real Lou Reed, to the point, maybe, where there’s really no heavy difference between the two, except maybe a piece of vinyl.”
Pas later in zijn leven zou hij meer rust vinden met zijn derde vrouw, Laurie Anderson.
DeCurtis heeft met veel van zijn vrienden, familie, muzikanten en mensen uit de muziekwereld gesproken om dit portret te kunnen schrijven. Ook heeft hij Reed meermalen persoonlijk ontmoet. Juist vanwege die persoonlijke band wilde hij pas aan dit boek beginnen na de dood van Reed.
Uiteraard is er aandacht voor Lou’s  relaties met Andy Warhol, John Cale,David Bowie en Laurie Anderson.  “God forbid I should ever be nice to people: it would ruin everything,” , nee, Reed was geen makkelijk persoon, soms op het gewelddadige af, maar tegelijkertijd wilde hij juist erkenning en geaccepteerd worden. Zijn aspiraties in de literatuur, zijn joodse achtergrond, electro-shock therapie in zijn jeugd,drank, drugs  en moeilijke houding t.o.v. sexualiteit komen allemaal aan de orde, en uiteraard uitgebreid aandacht voor zijn muziek. Ik vind het een goed portret van deze legendarische muzikant en songwriter, het boek heeft mij in ieder geval meer inzicht gegeven  in deze complexe persoonlijkheid.
Uitgegeven door Spectrum (ISBN 978900034109 2)
(23 november 2017)

PRINCE

Prince Roger Nelson overleed vorig jaar onverwacht op 57-jarige leeftijd. Ben Greenman schreef over Prince het boek Dig if you will the picture, de voorzijde vermeld als ondertitel De biografie van Prince, maar dat is dit boek zeker niet. Natuurlijk staan er veel belangrijke gebeurtenissen in zijn leven genoemd, zoals zijn bekering tot Jehova’s getuige, zijn periode als Symbool of TAFKAP en zijn strijd als slaaf met Warner Brothers, maar het boek is meer een poging tot analyse van de enorme hoeveelheid muziek die Prince ons heeft nagelaten (in grootte misschien alleen te vergelijken met de nalatenschap van Frank Zappa), dan een chronologisch overzicht van zijn leven. Ben is sinds zijn elfde levensjaar duidelijk een hartstochtelijke fan, maar weet ook objectief over de mindere perioden te schrijven, wat bij deze enorme output onvermijdelijk is. In zijn analyses haalt hij er veel literaire voorbeelden bij en grappig is zijn gebruik van de kleurtheorie van onze Nederlandse wetenschapper Herman Pleij, waarin de kleur paars een belangrijke rol speelt. Ook de veelvuldige samenwerking met vrouwen door Prince is een onderwerp dat uitgebreid aan de orde komt. Prince had ook een duidelijke haat/liefde verhouding met het internet. Zo begon hij een juridische strijd tegen al zijn fansites en ook probeerde hij alles wat zijn muziek bevatte van Youtube te bannen. Hij was een vat vol tegenstrijdigheden. In de discografie aan het eind van dit boek gaat de schrijver per album nog eens dieper in op de betekenis van één nummer per plaat.
Natuurlijk ken ik de bekendste nummers van Prince en Purple rain is een vast gegeven in elke soundtrack van de jaren tachtig. Het lezen van dit boek maakt mij als niet-fan zeker nieuwsgierig om eens met andere inzichten naar zijn muziek te gaan luisteren.
Uitgeverij Unieboek/Het Spectrum ISBN 978900035776 5
(3 september 2017)

GOLDEN EARRING

Golden Earring in 50 songs, biografie van een band, is een nieuw boek over deze inmiddels toch wel legendarische groep van eigen bodem. Het is zeker niet het eerste boek over de groep, maar de aanpak van auteur Maarten Steenmeijer (in het dagelijks leven hoogleraar Spaanse letterkunde en cultuur en al heel lang groot liefhebber van de muziek van de Earring) om het verhaal te vertellen aan de hand van 50 liedjes maakt het een weer eens andere benadering en zorgt er voor om een aantal nummers weer eens op de platenspeler te leggen. Maarten mag dan wel fan zijn (hij heeft de band al meer dan 50 keer gezien), hij laat niet na hier en daar ook kritisch naar de verschillende periodes te kijken. Er is een flinke hoeveelheid research in het boek gaan zitten en dat merk je. Ook is er uitgebreid gesproken met Rinus Gerritsen, maar ook de andere leden van de band hebben hun medewerking verleend.
Hoewel mijn platenkast eigenlijk alleen materiaal uit de periode 1965-1975 van de groep bevat heb ik het boek met veel genoegen gelezen. Het geeft inzicht in de teksten en hoe de songs zijn ontstaan terwijl je de geschiedenis volgt en dat blijft boeiend. De Earring is een instituut waar je niet om heen kan.
Uitgeverij Nieuw Amsterdam ISBN 9789046822524
(18 juli 2017)

THE BEATLES

Met alle aandacht voor de nieuwe uitgave van Sgt. Pepper’s lonely hearts club band, 50 jaar na het eerste verschijnen, vond uitgeverij Nieuw Amsterdam een goede aanleiding om een tweede druk van The Beatles, de biografie van Bob Spitz uit te brengen. De eerste vertaling van dit oorspronkelijk in 2005 in Amerika verschenen boek dateert uit 2006. In bijna 1000 pagina’s vertelt de auteur het verhaal van The Beatles, waarbij hij op sprekende wijze een optreden op 27 december 1960 in Litherland als het moment beschrijft dat de groep echt The Beatles zijn geworden. Zeven jaar van research, heel veel (650) interviews en reizen vormen de grondslag voor zijn versie van het verhaal van de fab four. Hij verbleef zes maanden in Liverpool om zich zo veel mogelijk in de lokale situatie in te leven. Zoals alle Beatles boeken is ook dit niet de definitieve versie van het verhaal. Er is aandacht voor de vrouwen van de Beatles, waarbij Cynthia Lennon er een stuk sympathieker van af komt dan Yoko Ono. Door de research van Albert Goldman (auteur van The lives of John Lennon) te gebruiken komt John er hier niet echt positief uit. Ook bijvoorbeeld Bill Harry van het blad Merseybeat was beschikbaar voor een uitgebreide raadpleging, en Bob heeft ook met Paul McCartney en George Harrison gesproken. De rollen van Brian Epstein, Stu Sutcliffe en George Martin krijgen terechte aandacht. Beatles experts hebben uiteraard ook in dit boek wel weer aantoonbare fouten ontdekt. Zoals gezegd, een definitief boek is het niet, maar desondanks kan je het met plezier lezen.
Het verhaal blijft fascinerend en er staat ook voor de Beatles liefhebber genoeg leuke nieuwe inzichten in.
Er is een uitgebreide bronvermelding en index.
Uitgeverij Nieuw Amsterdam ISBN 9789046821916
(3 juli 2017)

ROLLING STONES

Alweer een boek over The Rolling Stones, je zou zeggen dat alles onderhand wel geschreven is. Toch voegt De zon en de maan en de Rolling Stones wat toe aan die berg boeken die er al is.
Het boek is geschreven door Rich Cohen, die onlangs nog meeschreef aan de tv serie Vinyl, geproduceerd door Mick Jagger. De titel komt uit een observatie van Keith Richards, die constateert dat Cohen geboren is in 1966:  “What’s it like to live in a world where the Stones were always there? For you, there’s always been the sun and the moon and the Rolling Stones.”
Cohen was al jong fan, hij hoorde de muziek uit de kamer van zijn oudere broer, en toen hij in 1994 de kans kreeg om op tournee met de Stones te gaan voor een artikel in Rolling Stone magazine was dit voor hem als fan een unieke kans het wereldje van binnen uit te volgen. Door dat Charlie Watts hem aardig vond kreeg hij al snel vrijwel “access all areas”. Naast zijn avonturen met de band behandelt hij nauwkeurig de historie en door uitgebreide research (hij vermeld achterin het boek keurig alle geraadpleegde bronnen) en maar liefst 71 interviews met veel betrokkenen komen we zo  toch nog iets nieuws te weten. Ook staat hij niet kritiekloos ten opzichte van de band, zeker over de latere periode steekt hij zijn mening niet onder stoelen of banken. Some girls vind hij het laatste belangrijke album. Het boek is zodanig een geslaagde mix van biografie, persoonlijke herinneringen en een kijkje achter de schermen. Je hoeft niet persé een fan te zijn om van dit boek te genieten. Aanbevolen.
Uitgeverij Het Spectrum ISBN 9789000336555
(26 februari 2017)

TAMARA WOESTENBURG

Dat het in de huidige muziekscene niet altijd makkelijk is om een goed product aan de man te brengen blijkt uit het feit dat het album The Colony van Tamara Woestenburg, want daar ga ik het hier even met jullie over hebben, drie jaar op de plank heeft gelegen. Pas eind 2016 na een crowdfunding aktie verscheen de plaat in eigen beheer op lp, compleet met mooie hoes van ontwerper Auke Triesschijn.
Een songcyclus over New York, zo zou je het kunnen noemen, want de plaat kent een sterke samenhang, soms voel je je letterlijk in de Big Apple, zoals in NYC Subway, maar overal waart de geest van deze stad rond. Een korte reis in 2012 naar NYC inspireerde deze Rotterdamse zangeres tot het schrijven van de songs, een tweede geplande trip in 2013, waarbij zij opnamen zou gaan maken met producer Kramer (de slowcore master en producer van de Pulp fiction soundtrack), eindigde met een dag gevangenis en het terugsturen naar Nederland in verband met het ontbreken van de benodigde vergunningen voor optredens.
Kramer bleef echter geÏnteresseerd en kwam naar Rotterdam waar ze samen het album opnamen.
In een interview met Mark Ritsema van Popunie zei ze over het opname proces:
“Bij het opnemen heb ik geen enkele concessie gedaan. De enige door wie ik mij af en toe heb laten leiden is Kramer. We hebben soms ook gevochten, maar hij is de enige die invloed heeft gehad op de plaat. Ik wil ook niet dat mensen zich er achteraf nog mee bemoeien. Dan zou ik net zo goed met The Voice Of Holland mee kunnen doen. Ik ga er toch niet rijk van worden dus dan kan ik er beter van maken wat ik zelf zou willen horen.”
Gelukkig is de plaat die ze zelf zou willen horen nu voor iedereen beschikbaar, een volwaardige debuutplaat, zeer de moeite waard en ook na een aantal draaibeurten nog intrigerend genoeg om er voorlopig niet klaar mee te zijn.
Ik zet hem nog maar eens op.
(3 januari 2017)

TERUGBLIK OP 2016

MIJN TOP 10 VINYL 2016
1             Marlon Williams -Marlon Williams
2             David Bowie –Blackstar
3             Sturgill Simpson -A sailor’s guide to earth
4             Villagers -Where have you been all my life?
5             Car Seat Headrest -Teens of denial
6             The Jayhawks -Paging Mr Proust
7             The Low Anthem –Eyeland
8             The Brian Jonestown Massacre –Third world pyramid
9             Parquet Courts -Human performance
10           Shearwater -Jet plane and oxbow
Hoewel mijn muzikale jaar veel rondom David Bowie draaide, ging mijn nummer 1 positie over 2016 toch naar het nieuwe talent Marlon Williams. Marlon komt uit Nieuw Zeeland en zijn debuutplaat kent de nodige folk en country invloeden. Het derde nummer van de plaat, Dark child, is meteen mijn song van het jaar, maar de hele plaat heeft dit jaar mij het meeste draaiplezier bezorgd. Dan Bowie, toen ik de eerste keer het Blackstar album hoorde vond ik het al heel bijzonder, na zijn overlijden kreeg de plaat nog een hele extra lading. Een waardig afscheid. Op drie nog een plaat met de nodige country invloeden, A sailor’s guide to earth, van Sturgill Simpson. Het was mijn eerste kennismaking met deze artiest, die met deze voor zijn pasgeboren zoontje geschreven song cyclus een krachtige proeve van bekwaamheid aflegt, inclusief gewaagde cover van Nirvana’s In bloom. Ik heb zijn vorige plaat ook maar aangeschaft. De plaat van Villagers bevat op een cover na eigenlijk geen nieuwe nummers, maar zijn met de live band wel opnieuw op de band gezet, waardoor een mooi geheel ontstaat, en Conor kan bij mij sinds zijn debuutplaat zowiezo weinig kwaad doen. Will Toledo, alias Car Seat Headrest maakte met Teens of denial misschien wel de ultieme indie plaat van dit jaar. The Jayhawks onder leiding van Gary Louris blijven fraaie popmuziek maken en na vier jaar verscheen er ook een nieuw album van The Low Anthem, waarbij het experiment niet geschuwd werd. Third world pyramid is maar liefst het vijftiende album van The Brian Jonestown Massacre, en de eerste die tot mij is doorgedrongen. Heb zo te horen nog veel in te halen. Parquet Courts blijven productief en deze laatste is vooral een mix van al hun voorgaande platen, op 10 tenslotte Shearwater, die ook met deze plaat mij niet teleur stelden.
Op het gebied van heruitgaven was er in 2016 ook weer genoeg te beleven: box sets van David Bowie (at the Beeb & Reality tour) en  Led Zeppelin Complete BBC Sessions,Deluxe editions van Emmylou Harris Wrecking ball,  The Kinks Everybody’s in showbiz en last but not least The Who Live at Leeds, alle drie nu uitgebreid tot een 3lp set, waarbij de uitgebreide Live at Leeds eindelijk het gehele concert in de juiste volgorde bevat inclusief de complete Tommy. Jack White liet van zich horen met The White Stripes –Complete John Peel sessions en Acoustic recordings 1998-2016.
Benieuwd wat 2017 gaat brengen!
(30 december 2016)

PHIL COLLINS
phil-collins
Phil Collins is vooral in mijn Platenkast aanwezig als drummer en later zanger van Genesis. Ik heb de platen echter slechts uit de jaren zeventig, de latere Genesis jaren en veel van zijn solowerk vind ik dan weer minder boeiend. Persoonlijk vind ik Peter Gabriel als muzikant interessanter. Toch was ik zeker nieuwsgierig naar Not dead yet, zijn pas verschenen autobiografie. Al in de jaren zestig was Phil actief rondom London als acteur en muzikant en ik kende hem ook als drummer van Flaming Youth, (een schepping van de producers Howard en Blaikley,  o.a. The Honeycombs, Dave Dee Dozy Beaky Mick and Tich en The Herd) die slechts 1 lp uitbrachten, Ark 2, en met Guide me Orion bijna een hit hadden. Erg vermakelijk is zijn verhaal over de sessies van All things must pass van George Harrison, waar hij als 19 jarige onbekend slagwerker een avond werd ingehuurd.  Er is al eerder een Beatles connectie als hij als 11 jarige figurant meedoet in A hard day’s night. Zijn auditie bij Genesis en zijn rol in de Peter Gabriel jaren zijn interessant leesvoer. Na The lamb lies down on Broadway was het onvermijdelijk dat Gabriel solo ging, maar het was niet vanzelfsprekend dat de drummer de rol van frontman op zich zou nemen, er zijn zelfs uitgebreide audities voor een nieuwe zanger. Zijn solo carriere start vanuit een aantal zeer persoonlijke nummers na zijn eerste scheiding en leidt met In the air tonight meteen tot een enorm succes. Het boek is met de nodige humor en zelf relativering geschreven en je ziet in zijn omschrijving van andere muzikanten dat hij deze vaak als fan benaderd. Zijn persoonlijke leven inclusief kinderen, drie echtgenotes, scheidingen en drank verslaving komt uitgebreid aan de orde. Dat hij voor zijn minder gelukkige privé leven vaak de schuld bij zich zelf zocht heeft misschien wel geleid tot een pad naar beneden, maar hij is met een op handen zijnde nieuwe tournee en dit boek na een soort vervroegd pensioen nu weer uit het dal gekropen. Misschien is de tijd wel rijp voor een herwaardering voor deze muzikant en producer. Wat u hier leest, is mijn leven zoals dat is gezien door mijn ogen. Zo begint het boek en zo heb ik het ook ervaren, een boeiend inkijkje in het leven Phil Collins.
Uitgeverij Het Spectrum ISBN 9789000350414
(2 november 2016)

THE GOLDEN YEARS OF DUTCH POP MUSIC
golden-years
Zo tegen het einde van het jaar verschijnen er altijd veel boeken die het goed als kado doen. Een van de uitgaven die vast in die categorie dit jaar hoge ogen gooit is The Golden Years of Dutch Pop Music van Robert Haagsma, voor mij vooral de schrijver van twee boeken over de vinyl cultuur, waarvan Vinyl fanaten al in 2006 verscheen, dus ver voor de huidige hype. Robert schreef al veel meer boeken, o.a. over Pink Floyd, Rob de Nijs en Golden Earring en is daarnaast muziekjournalist. In dit boek wordt in 28 hoofdstukken aandacht geschonken aan de belangrijkste Nederlandse groepen (Golden Earring, Livin Blues, Alquin, Bintangs, Shocking Blue en Cuby and the Blizzards, om er maar een paar te noemen) uit de jaren zestig en zeventig, maar ook is er aandacht voor Radio Veronica, cult singles, essentiële albums, festivals etc. Aangezien er per groep ongeveer acht pagina’s beschikbaar is kan er niet altijd heel diep op de geschiedenis worden ingegaan, maar door de vele recente interviews die er in verwerkt zijn geeft het toch een leuke inkijk in die voor de popmuziek zo belangrijke jaren. Het voorwoord is van Dave von Raven. Veel van de afbeeldingen zijn afkomstig van Museum Rockart uit Hoek van Holland. Van de afgebeelde singles-hoesjes op de voorkant van het boek bevinden zich er toch zeker drie kwart van in mijn platen collectie. Een aangenaam lees- en kijkboek (en er is ook nog een cd bijgesloten met 18 hits).
Uitgeverij Het Spectrum ISBN 9789000350087
(22 oktober 2016)

BRUCE SPRINGSTEEN
bruce-born-to-run

Writing about yourself is a funny business…But in a project like this, the writer has made one promise, to show the reader his mind. In these pages, I’ve tried to do this.
Een metertje platen van Bruce Springsteen staan er wel in mijn platenkast en ook de nodige boeken, dus je mag mij gerust een fan noemen. Reden genoeg om reikhalzend uit te kijken naar de autobiografie, waar Bruce de afgelopen zeven jaar aan gewerkt heeft en die onlangs onder de titel Born to run ook in Nederlandse vertaling uitkwam. Van zijn katholieke Italiaans/Ierse roots, opgroeiend in Freehold, zijn schooltijd en zijn eerste begin als muzikant lezen we nu hoe hij op zijn leven tot nu toe terug kijkt in zijn eigen woorden en dat stelt niet teleur. Ook zijn persoonlijke demonen gaat hij niet uit de weg, zijn aanleg voor depressiviteit was tot nu toe niet echt bekend, maar hij vertelt er openhartig over in dit boek. Een andere leidraad in zijn leven is de moeilijke band met zijn vader en het zoeken naar een vervangend vaderfiguur.
Zoals hij over alles in zijn leven zorgvuldig nadenkt, zo beschouwd hij hier ook zijn carriere. Zijn taalgebruik is soms breedsprakig, iets wat zeker in zijn vroege songs prominent aanwezig was. Anderzijds zijn de verschillende hoofdstukken kort en bondig dus leest het makkelijk weg. Dat hij in control over zijn loopbaan wilde zijn heeft hem niet voor niets The Boss gemaakt. Zoals vaak in dit soort boeken komen de latere jaren er bekaaider van af dan de beginperiode. Van de ruim 500 pagina’s ben je al op de helft als we in 1975 zijn aangeland. Daardoor wordt er over de volgende veertig jaar soms selectief gewinkeld in zijn herinneringen. Toch kunnen we het boek gerust dapper noemen en voegt het, zeker voor de Springsteen liefhebber, genoeg toe om het aan te schaffen, te lezen en in de kast te hebben.
Uitgeverij Spectrum ISBN 9789077330326
(9 oktober 2016)

THE PINK DIAMOND REVUE
pink diamond
Aandacht voor een nieuw geluid: The Pink Diamond Revue. Al her en der bekend als live-act is deze 2 mans groep, afkomstig uit Reading, (Tim Lane, gitaar en Robert Courtman Stock, drums) bezig in het electro-psych-twang genre (zoals ze het zelf omschrijven). Ze hebben geen zanger, maar begeleiden samples uit vooral de jaren 50 en 60, vaak afkomstig uit B-films die op het podium ook op de achtergrond worden vertoond, gecombineerd met eigen filmmateriaal. Voor op het podium is dan Acid Dol te vinden, een modepop als mascotte. Hun eerste 12 inch single is vers van de pers. Het twang geluid is duidelijk beinvloed door Duane Eddy en de combinatie met de gesproken samples is ronduit intrigerend.
(16 juni 2016)

DIE HEB IK VROEGER GRIJS GEDRAAID
grijsgedraaid
De ondertitel van dit boek is “Muziek in de jaren vijftig en zestig” en behandelt precies datgene. Het is geen diepgravende geschiedschrijving, maar in compacte en prettig leesbare stukjes worden veel aspecten uit de betreffende jaren behandeld. Voor alle lezers die deze periode bewust hebben meegemaakt een feest der herkenning, vooral door het fraaie beeldmateriaal, voornamelijk uit de collectie van Museum RockArt uit Hoek van Holland.
Honderden afbeeldingen van muziekbladen, affiches, platenhoezen, instrumenten, promotiefoto´s en nog veel meer maken het tot een zeer aangenaam boek om ook gewoon eens door te bladeren. Uitgangspunt is hoe er in Nederland en België tegen de opkomende jeugdcultuur werd aangekeken en zo even een halve eeuw terug in de tijd te gaan. Dat dit boek van Jack Botermans en Wim van Grinsven in een flinke behoefte voorziet, blijkt wel uit het feit dat onlangs de vijfde druk verscheen. Een fijn boek om jezelf of iemand anders kado te doen.
Uitgeverij Terra, ISBN 978 90 8989 692 6
(12 juni 2016)

MARLON WILLIAMS
marlon
Marlon Williams werd geboren in Christchurch (Nieuw Zeeland) en is nu 25 jaar. Al jong werd hij beinvloed door de muziek van Gram Parsons. Enige tijd lagen zijn ambities in het zingen van opera, maar de donkere country won het. Toen hij 17 was begon hij de band The Unfaithful ways, waar hij een jaar of vijf mee optrad en ook een album opnam.
In 2011 vormde hij een duo met countryzanger Delaney Davidson, waar hij ook een succesvol album mee opnam. In 2013 verhuisde hij naar Melbourne, Australië, waar hij solo ging optreden. Zijn solodebuut verscheen in april 2015 in Australië en Nieuw Zeeland. Sinds februari dit jaar is er ook een internationale release verschenen op het Dead Oceans label, zodat wij nu ook van deze prachtplaat kunnen genieten. De plaat heeft de nodige folk en country-invloeden en als luisteraar wordt je zeker door het eerste nummer op het verkeerde been gezet, daar het onvervalste bluegrass uptempo country is. Vanaf het derde nummer Dark child maakt de plaat een wending naar meer ingetogen sferen uit vooral de alt-country hoek. Voor liefhebbers van stemmen als Roy Orbison, Chris Isaak of Jeff Buckley valt hier veel te genieten. We gaan hopelijk nog veel van Marlon horen.
(30 maart 2016)

AGUAVIVA
aguaviva
In mijn platenkast staan niet erg veel platen uit Spanje. Al sinds 1974 de 2lp van Canarios, maar die is instrumentaal (en waarschijnlijk door Superclean dreammachine bij mij geintroduceerd) en verder een aantal hitsingles van Los Bravos uit de sixties. Wel ken ik sinds 1971 de twee singles van Aguaviva, Poetas anduleces en Me queda la palabra en die vind ik nog steeds erg mooi. Nu liep ik deze week per ongeluk tegen de tweede lp van Aguaviva uit 1971 aan: Apocalipsis, en die kon ik niet laten staan. Een indrukwekkende combinatie van voorgedragen Spaanse gedichten, meestal met de stem van José Antonio Muñoz, en folkachtige zang met af en toe wat instrumentale uitschieters door al zijn collega’s. José (student literatuur) stond aan de basis van de groep samen met de zanger Manolo Diaz. Hun ideaal was om zorgvuldig uitgekozen klassieke Spaanse gedichten om te zetten naar muziek. De eerste lp (met Poetas Andaluces, een gedicht van Rafael Alberti Cadiz, geschreven in 1950) schijnt een soortgelijke combinatie te vormen. Heel veel aandacht ging naar de teksten in die moeilijke periode van de Spaanse geschiedenis, waarbij het spitsroeden lopen was. Ze werden door het regime niet echt met enthousiasme ontvangen en gingen dus maar meedoen aan buitenlandse festivals zoals die in Cannes en San Remo. Ze reisden door heel Europa per bus, waarbij de samenstelling van de groep nogal eens wisselde. Hun albums verschenen o.a. in Frankrijk, Italië, Nederland, Duitsland, Portugal en zelfs in Angola, een land waar zij werden uitgenodigd om een paar uur te zingen voor het uitbreken van de oorlog die zou leiden tot onafhankelijkheid.
(10 januari 2016)

TERUGBLIK OP 2015
father john

MIJN TOP 10 VINYL 2015
1. Father John Misty -I love you honeybear
2. Yorick van Norden -Happy hunting ground
3. John Grant -Grey tickles, black pressure
4. Neil Young + Promise of the real -The Mansanto years
5. Villagers -Darling arithmetic
6. Blur -Magic whip
7. Muse -Drones
8. Slaves -Are you satisfied?
9. De Kliko’s
10. Circa Waves -Young chasers
Ook in 2015 verscheen er genoeg mooie nieuwe muziek, zo dat het weer lastig was mijn lijstje tot een top 10 te beperken. Net niet in de bovenste tien o.a. de platen van F.F.S., The Vaccines en Sonny Landreth. Plaat van het jaar is wat mij betreft I love you honeybear van Father John Misty. De lp verscheen in februari en is de tweede van Josh Tillman, die hij onder deze naam uit brengt. De plaat ziet hij als een soort concept album over hem zelf en over de relatie met zijn vrouw. De teksten zijn heel persoonlijk en soms ook ironisch of sarcastisch.
Everything is doomed
And nothing will be spared
But I love you, honeybear
Zijn vorige plaat Fear fun uit 2012 was mij ontgaan, maar is inmiddels ook aan de Platenkast toegevoegd. De liedjes op Honeybear zijn prachtig gearrangeerd maar blijven ook akoestisch overeind, zo bewijst Josh op de limited edition (500 exemplaren) plaat Live at Rough Trade.
Op twee Happy hunting ground van Yorick van Norden. Zijn eerste album onder eigen naam is een aaneenschakeling van fraaie popsongs met invloeden uit mijn favoriete periode van de popmuziek. Lees mijn recensie over deze plaat hieronder nog maar eens. Op drie de derde soloplaat van John Grant. Zijn debuut was mijn favoriete 2010 schijf en ook deze stelt niet teleur. Iedere beluistering geeft weer nieuwe geheimen prijs. Neil Young blijft ook op zijn 36e studio album strijdvaardig, dit keer vooral tegen de voedsel manipulatie van multinational Monsanto, maar ook tegen Starbucks. Zijn woede is bijna voelbaar. Hij laat zich bijstaan door The Promise of the real (met de zonen van Willie Nelson) die zich vooral in Crazy Horse stijl laten horen en gelukkig komt zijn Rebel Content tour het komend jaar ook naar Nederland. Conor O’Brien is onder de naam Villagers ook aan zijn derde album toe en wat klinkt deze Ier ook nu weer ontroerend op deze toch vooral akoestische en solo opgenomen plaat. Op hun eerste studio-album sinds 2003 klinkt Blur verrassend fris en deze come-back stelde niet teleur. Muse schuwt het grote gebaar nooit en ook met Drones pakken ze flink uit en aan mij is dat meestal wel besteed. De laatst drie plekken van de top tien zijn voor de betere nieuwe gitaarbandjes. Slaves maakten voor mij de leukste single van dit jaar (Sockets) en de debuut plaat van deze Britse twee-mans formatie is voor 2015 wat die van Royal Blood in 2014 was. Met De Kliko’s maakte ik kennis met een verrassend geluid uit Haarlem. Hun Nederlandstalige rock heb ik hier eerder vergeleken als een kruising tussen ZZ & de Maskers en de Parquet Courts. Lees verder op deze pagina nog maar eens de bespreking. Op tien nog een debuutplaat en wel die van Circa Waves met de zomerse radio-hit T-Shirt Weather.
Mooie uitgaven met muziek van voor 2015 waren er ook het afgelopen jaar weer voldoende. Mijn top vijf:
1. Neil Young -Blue note café (box met vier lp’s uit zijn Bluenotes tijd met veel blazers en onuitgebracht werk)
2. Roger Waters -Amused to death (heruitgave in een nieuwe mix en hoes)
3. Rolling Stones -Sticky fingers (heruitgave als dubbel-lp met outtakes en live opnamen)
4. The Zombies – The BBC Sessions (dubbel-album, verschenen in Amerika met Black Friday)
5. The White Stripes -Get behind me satan (eindelijk op vinyl met Record Store Day)
Live viel er dit jaar ook weer genoeg te genieten van grootschalig (Foo Fighters in Ziggo Dome) tot kleinschalig (The Handsome Family in Ekko) en van alles er tussen in zoals het (naar later bleek) definitieve afscheid van Armand en ook (voorlopig?) van Gaslight Anthem, de ontroering bij Villagers, de blues van Ian Siegal en de gitaren bij Against me!, Circa Waves en de Kliko’s. Op naar 2016 met o.a. de debuut lp van Sundara Karma!
(30 december 2015)

ELVIS COSTELLO
costello
Elvis Costello is met 25 verschillende lp’s ruim vertegenwoordigd in mijn platenkast. Het mag dan ook duidelijk zijn dat ik zijn autobiografie Trouweloze muziek & Verdwijnende Inkt met meer dan normale belangstelling heb gelezen. Het is een flinke pil geworden van ruim 600 bladzijden en niet zoals veel (auto) biografiën chronologisch, maar Elvis laat zijn herinneringen vaak van de een in de ander overlopen en overbrugt soms tientallen jaren tussen de verschillende hoofdstukken, 36 in totaal, die overigens allemaal een songtitel of tekstfragment mee krijgen. Zijn band met vader Ross MacManus, zanger bij het Joe Loss Orchestra, komt uiteraard ook uitgebreid aan de orde. De singles die zijn vader meenam om songmateriaal te kiezen zouden een belangrijk begin vormen van zijn muzikale belangstelling.
Het mooist kan hij vertellen over zijn favoriete muzikanten en voor mij verrassend dat hij net als ik zwaar onder de indruk was van Neil Young’s tweede solo album Everybody knows this is nowhere. Over Neil Young zegt hij het volgende: “Dit is de les die ik op die dag heb geleerd: als er een verwachtingspatroon is, probeer dat dan altijd te doorbreken.” En net als Neil Young is Elvis nooit te beroerd om geheel verschillende genres op te nemen of verrassende samenwerkingen aan te gaan. Naast zijn bewondering voor bijvoorbeeld Bob Dylan of Van Morrison haalt hij ook sommige muzikanten genadeloos onderuit zoals Willy DeVille en Wreckless Eric. Hij steekt zijn mening zeker niet onder stoelen of banken. Ook zijn soms verrassende herinneringen aan details zoals zijn Top Pop optreden, waarbij hij met Nile Rogers achter een palmboom naar de Dolly Dots stond te kijken zijn heerlijk om te lezen.
De eerste keer dat ik Costello live zag was tijdens zijn eerste Europese tour in 1978. Het duo Suicide was het voorprogramma en zorgde voor een flink opgefokte sfeer onder het publiek. Tijdens de energieke set van Costello & the Attractions vlogen het bier (en de glazen) dan ook flink door de lucht. Over die tour schrijft hij: “Nederland was het eerste land buiten Engeland geweest waar men interesse in me had. We werden geboekt voor vijf optredens in Nederland en maar voor één in België en één in Frankrijk, terwijl het eerste concert in Berlijn werd afgezegd vanwege de tegenvallende kaartverkoop.” Het boek kan ik dan ook aanbevelen aan iedereen die de muziek van Elvis Costello een warm hart toedraagt. Het geeft een openhartige inkijk in zijn leven als artiest, maar ook als muziekfan, en de achtergrond van veel van zijn songs. Ik zet maar weer eens een van zijn platen op.
VIP BOEKEN/A.W. BRUNA UITGEVERS  ISBN 978 94 005 0664 0
(21 december 2015)

BRUCE BHERMAN
bherman

De in Gent woonachtige Bruce Elliott (hij is half Vlaams, half Brits) bracht als Bruce Bherman sinds 1999 al heel wat muziek uit. Toch is hij zeker in Nederland nog niet echt een bekende naam en ook bij mij was zijn muziek tot nu toe niet door gedrongen. Onlangs werd aan zijn catalogus een achtste titel toegevoegd: Chameleon. Volgens zeggen kwam deze productie vrij snel en impulsief tot stand, maar de liedjes zijn sterk en mooi gearrangeerd. De plaat is verdeeld in een elektrische en een akoestische kant. Als begeleiders zijn hier niet de minste muzikanten aangetrokken uit de hoek van o.a. Admiral Freebee en Isbells, maar een sterrol is zeker ook weggelegd voor de uit Ierland afkomstige zangeres Leni Morrison. De stem van Bruce doet soms aan Lambchop denken, maar door de duet opstelling komt het geluid voor mij dicht bij de platen die Isobel Campbell samen met Mark Lanegan maakte, of die mix van de stemmen van Angus en Julia Stone. Een fraaie duet-combinatie dus van een helder (goldenvoiced vermeld de hoes) en een rauw stemgeluid. Een drietal nummers over Money, maar steeds heel anders klinkend maken de titel Chameleon van deze plaat tot een juiste. De lp verscheen op AKR records en een cd is gratis bijgesloten. Bruce verdient zeker een breder publiek dus probeer deze Chameleon eens.
(10 december 2015)

YORICK VAN NORDEN
yorick
Onlangs mocht ik Yorick van Norden ontmoeten bij een instore optreden in Velvet Amersfoort. In oktober verscheen op Excelsior records zijn eerste soloplaat Happy Hunting ground (de titel verwijst naar de eeuwige jachtvelden). Tot twee jaar geleden speelde hij met twee middelbare schoolvrienden in The Hype, de band maakte één album maar ondanks een radiohit viel de band in 2013 uit elkaar. Yorick heeft een flinke platen- en cd collectie, waar in de periode eind jaren zestig, begin jaren zeventig favoriet is. Referenties naar zijn invloeden zijn er genoeg op de platenhoes met o.a. buttons van Smile, The Kinks en I still love the Beatles. Best bijzonder voor iemand geboren in 1986. Hij vertelde bevlogen over recente aankopen op de platenbeurs in Utrecht van albums van Donovan en The Association. Die invloed van muziek uit die periode is zeker terug te vinden op het album. Het B-woord (Beatles) valt dan al snel met ballades zoals Paul McCartney die maakt en koortjes die zo uit I want you (she’s so heavy) lijken te komen. Ook andere voorbeelden komen langs zoals de gitaarsolo in Divide and rule, waar gitarist Maarten Kooijman (ex- Johan) zijn Neil Young passie volledig kan uitleven, zoals in de beste Crazy Horse nummers. Ook de muziek van Harry Nilsson is een invloed (hij sloot de instore af met een fraaie cover van Everybody’s talking). Ondanks al deze invloeden klinkt deze plaat nergens gedateerd. Het is een heerlijk palet van afwisselende pakkende popsongs vol mooie details en de lp heeft dan ook al veel rondjes op mijn platenspeler gemaakt. Wat mij betreft de start van een hopelijk voorspoedige solo-carriere, waarbij ik deze veelzijdige artiest in ieder geval met belangstelling zal blijven volgen.
(8 december 2015)

JOHNNY CASH:DE BIOGRAFIE
johnnycash

Johnny Cash is behoorlijk vertegenwoordigd in mijn platenkast, maar hoewel er al genoeg over hem geschreven is, ontbrak een biografie in mijn verzameling. Dat is nu opgelost met het verschijnen van Johnny Cash:De biografie van Robert Hilburn. De Engelse versie verscheen al in december 2013 maar er is nu een Nederlandse vertaling op de markt, die in ruim 700 pagina’s het leven met alle ups and downs van deze markante artiest beschrijft. Auteur Robert Hilburn is al heel lang de muziekcriticus en redacteur van de Los Angeles Times. Als journalist was hij al aanwezig bij de opnamen van Live at Folsom Prison in 1968 en hij heeft Cash vele malen geïnterviewd tot vlak voor het overlijden van Johnny in 2003. Die vijfendertig jaar van contact geven dit boek een meerwaarde omdat ook zijn naaste vrienden en familie beschikbaar waren met informatie en zoon John Carter Cash overhandigde Robert ook nog persoonlijke correspondentie van Johnny. Ook de minder fraaie kanten van Johnny in een aantal moeilijke perioden van zijn leven komen uitgebreid aan bod en uiteraard zijn muzikale erfenis via de Sun, Columbia en American perioden. The man in black is een icoon van de Amerikaanse muziek.
Twee citaten nog van de achterkant van het boek:
dochter Rosanne Cash:”Een complete biografie van mijn vader. Het is verschrikkelijk eerlijk en grondig onderzocht.”
Bono:”Elke man is een watje vergeleken met Johnny Cash. Hij was een buitengewoon en gewoon man. Iedereen kon zich met hem identificeren, niemand kon hem zijn en alleen één iemand kon hem begrijpen en dat is Robert Hilburn”.
Het lijkt me overbodig na deze woorden nog een aanbeveling toe te voegen. Als je de muziek van Johnny in de platenkast hebt is het lezen van dit boek een must.
Uitgeverij Spectrum ISBN 9789000347261
(16 september 2015)

DE KLIKO’S
klikos

De missing link tussen ZZ en de Maskers (1963) en de Parquet Courts (anno nu), kan dat?
Wat mij betreft wel en het resultaat is de debuutplaat van de Kliko’s. Deze garageband uit Haarlem heeft zijn roots stevig in de Nederlandstalige beatmuziek uit de jaren zestig met genoeg eigentijdse elementen om het niet alleen nostalgisch te maken. Luister maar eens naar De fik er in of Zoals je bent (een keiharde kloteballad). De plaat bevat ook nog een cover van Troggs b-kantje I want you (Ik wil je). De drie heren overtuigen ook live. Goed dat er naast de Kik, die hun roots toch vooral in de engelse Merseybeat hebben, nu ook een band is die de traditie van ZZ, Het en Ronnie en de Ronnies wil voortzetten. De plaat is uit op het Geertruida label.
(25 juni 2015)

EEN EEUW POPMUZIEK
Layout 1

Gert Keunen heeft een eeuw popmuziek gebundeld in een boek van maar liefst 600 pagina’s. “Er is dan ook veel te vertellen over popmuziek, als je dieper ingaat op de hedendaagse popmuziek, dan merk je dat de popmuziek van nu gelinkt kan worden aan muziekgenres die 100 jaar geleden al ‘in’ waren”, vertelt Gert Keunen in een interview. Om de geschiedenis van de popmuziek goed te kunnen bekijken is enige afstand zeker nodig. Pas nu kunnen we bekijken wat de belangrijke stromingen in de afgelopen decennia waren, in het heden is dat een stuk lastiger. Je moet in dit boek dan ook niet zoeken naar de individuele geschiedenis van artiesten of groepen, daar zijn boeken genoeg over, maar over de muzikant als bron van muzikale vernieuwing. Ik kan me dan ook goed vinden in het volgende citaat:
“The Rolling Stones waren heel bepalend voor de rockmuziek van de jaren 60, maar wat ze tegenwoordig nog presteren is in het licht van dit boek minder relevant. Een eeuw popmuziek focust op genres en tijdsperiodes waar de vernieuwing zich op dat moment afspeelt.”
Het zijn met name de behandeling van juist die stromen, waar ik minder van af weet (elektronische dansmuziek bijvoorbeeld), die interesse kunnen opwekken naar weer nieuwe muzikale ontdekkingstochten. Het is dan ook typisch een boek voor nieuwsgierige lezers. De behandeling van die stromingen, die ik wel goed ken, zoals rock, geeft voldoende vertrouwen om ook van de voor mij minder bekende muzieksoorten een objectief oordeel te verwachten. Bij het boek is nog een uitneembare kaart te vinden, waarop een poging om de hele geschiedenis van de popmuziek schematisch samen te vatten. Zes hoofdstromen zijn er te vinden: Populaire lied, Rock, Metal, Elektronische dansmuziek, Hiphop en Reggae, en daarboven vind je alle mogelijke substromingen, waarvan vele voor mij nieuw zijn, maar ook veel bekend zoals postrock, ambient en grunge.
Gert die muziekgeschiedenis en muziekindustrie doceert in Tilburg, Hasselt, Brussel en het Gentse Conservatorium, schreef zijn doctoraat over de werking van de popindustrie. “In mijn boek ging ik op zoek naar de bronnen van de popmuziek en welke genres en stijlen daaruit zijn voortgekomen”, vertelt Gert. “In mijn boek toon ik hoe er een rode draad door de popgeschiedenis loopt. Neem bijvoorbeeld Elvis Presley, die gezien wordt als de grondlegger van de popmuziek. Zijn muziek is schatplichtig aan de zwarte rhytm & blues. Elke generatie heeft zijn popvoorkeur, maar elk muziekgenre van honderd jaar geleden, werd al wel eens herkauwd of in een nieuw jasje gestopt om te passen met de generatie.”
Een aanrader voor iedereen met een brede muzikale belangstelling voor westerse popmuziek in de breedste zin van het woord. Zoals de ondertitel van het boek al aangeeft: van crooners tot dubstep.
Uitgeverij Lannoo -ISBN 978 94 014 2464 6
(12 mei 2015)

LEONARD COHEN

Francis Mus (1983) is  literatuurwetenschapper en interesseert zich vooral in de Franse literatuur, zowel binnen als buiten Frankrijk (Canada, België). Na zijn doctoraat (2010) werkte hij aan de Université Lille 3 en verrichtte onderzoek in Montreal en Toronto. Momenteel is hij als doctor-assistent verbonden aan de KU Leuven. Onlangs verscheen zijn boek De demonen van Leonard Cohen bij Uitgeverij Lannoo. Wie is Leonard Cohen is de centrale vraag in dit boek. De zoektocht is opgebouwd rond zeven thema’s: Imago, Kunstenaarschap, Vervreemding, Religie, Macht, Verlangen en Verlies en Ontmoeting. Een uitgebreide bijlage met gedichten en songteksten maakt het boek compleet.
Het boek is zeker geen biografie, daar zijn er al talrijke van, maar een zorgvuldige analyse van niet alleen het muzikale, maar ook het literaire en grafische werk van Leonard, die inmiddels 80 jaar is geworden, en zeker de laatste jaren weer een enorme populariteit geniet. Van 2008 tot en met 2013 gaf hij maar liefst 470 concerten in 31 landen. Dat Leonard voor zijn debuutalbum uit 1967 al zes boeken had geschreven en al in 1956 zijn debuut als dichter heeft gemaakt zal bij volgers van zijn muzikale werk niet altijd bekend zijn.
De meeste van zijn platen zijn in mijn Platenkast aanwezig en na het lezen van dit boek beluister ik ze toch weer van uit een ander perspectief. Ook naar de platenhoezen kijk ik inmiddels anders na het lezen van het hoofdstuk Imago. Dat is dan toch zeker de verdienste van dit boek.  (ISBN 9789401422727)
(17 maart 2015)

SNOWAPPLE
snowapple
21 maart 2013 was de dag dat de dames van Snowapple in mijn leven verschenen. Die dag kwam hun debuutalbum op de markt en als promotie deden ze een aantal niet aangekondigde instores in verschillende platenzaken. Het was bitter koud die avond en ik was rond kwart over zes ‘s-avonds de enige klant in Velvet Amersfoort toen het trio met instrumenten de winkel binnen kwamen met het verzoek iets te mogen spelen en een promo-cd te mogen achterlaten. Even later speelden ze eerst Baby blue en het leek of de zon ging schijnen en toen Het kleine witte zeil volgde was ik verkocht. Prachtige (samen)zang. Helaas voor mij als vinyl liefhebber was het debuut alleen leverbaar op cd.
Later in 2013 volgde voor mij persoonlijk nog een heel bijzonder live optreden, wat ik niet snel zal vergeten.
We zijn nu in 2015 aangekomen en de tweede plaat van Snowapple is onlangs verschenen, getiteld Illusion, en gelukkig is er nu naast een cd ook een vinyl persing. De drie dames van Snowapple hebben een achtergrond in de jazz, opera en klassieke muziek en dat leidt tot een uniek geluid dat nauwelijks met andere artiesten te vergelijken valt. Als ik toch wat voorbeelden moet noemen kom ik uit bij The Staves of Katzenjammer omdat de muziek op folk geinspireerd is, maar toch een originele mix vertoont van folk, country, opera, cabaret, gypsy, chanson en vast nog meer. De mooie stemmen zijn het uitgangspunt, zowel solo als in samenzang, maar ook instrumentaal valt er veel te beleven. Het trio heeft inmiddels platencontracten bij een Brits en Amerikaans label en tourt ook regelmatig in het buitenland. Ik zag ze onlangs in Tivoli Utrecht, en een live optreden van Snowapple blijft een bijzondere ervaring.
‘I’ve been through the desert on a mule named Rock-‘n-roll’, horen we in het nummer California. Dit is dus een plaat die je meeneemt naar, zoals ze het zelf omschrijven, “een droomwereld geweven van illusies”. (I live in an illusion and it’s nice, so I’d like to stay) Wat mij betreft geslaagd.
(7 maart 2015)

TERUGBLIK OP 2014
strandofoaks
MIJN TOP 10 VINYL 2014
1 Strand of Oaks -Heal
2 Damien Rice -My favorite faded fantasy
3 The Orwells -Disgraceland
4 Foo Fighters -Sonic highways
5 The war on drugs -Lost in the dream
6 Sivert Hoyem -Endless love
7 Parquet Courts -Sunbathing animal
8 Robert Plant -lullaby and…The ceaseless roar
9 Alt-J  -This is all yours
10 Angus and Julia Stone -Angus and Julia Stone
Ook in 2014 verscheen er weer zo veel mooie muziek, dat het lastig was mijn lijstje tot een top 10 te beperken. Bubbling under  zijn dan ook o.a. de platen van Blaudzun, Elbow, Counting Crows, Royal Blood, Jack White, Lost in the trees, J.Mascis en Bruce Springsteen.
Plaat van het jaar is wat mij betreft Heal van Strand of Oaks. De man achter Strand of Oaks is Timothy Showalter, iemand die niet bepaald een rimpelloos bestaan heeft gekend de afgelopen jaren. Het overkoepelend thema van de plaat is het helende karakter van muziek bij alles wat je in het leven meemaakt. Muziek is soms in staat wonden te genezen. Lees mijn stukje over deze plaat hieronder (6 juli) nog maar eens. Ik heb de man inmiddels ook live mogen zien, een innemende persoonlijkheid. Rock on Gerard schreef hij op de lp, en dat doe ik dan ook maar.
Op twee het prachtige My favorite faded fantasy van Damien Rice, na acht jaar afwezigheid met zo’n plaat terugkomen is knap. Op drie The Orwells, 11 ear-splitting teenage anthems roept de sticker op de hoes en dat zegt het eigenlijk wel. Jong en energiek. Sonic highways van de Foo Fighters vond ik na 1 keer draaien wel leuk, maar dit is voor mij zo’n plaat die groeit met iedere luisterbeurt. Inmiddels is kant b mijn favoriet. The war on drugs is voor veel mensen de plaat van 2014 en ook in mijn top 10 ontbreekt hij niet. De stem van Madrugada Sivert Hoyem maakte een mooie plaat met Endless love en de rammelpunk van Parquet Courts spreekt mij (na vorig jaar de eerste plek in mijn top 10) met de opvolger van Light up gold nog steeds aan. Afrikaanse ritmes op de nieuwste Robert Plant, een muzikant die gewoon zijn eigen weg blijft gaan. Alt-J zong in drie nummers over het Japanse Nara, een plek op aarde waar ik dit jaar ook mocht vertoeven, misschien daarom wel een stukje van de soundtrack van 2014 en tot slot broer en zus Stone, na solo-avonturen nu weer een duo plaat, deze geproduceerd door Rick Rubin. Ook een mooi concert trouwens in de HMH.
Laat ik niet vergeten de mooiste terugblik die dit jaar uitkwam te noemen: The best of van The Czars, de vroegere groep van John Grant. Van hun albums is er maar 1 beperkt op vinyl verschenen, dus deze dubbel-lp is meer dan welkom, maar het wachten is op de heruitgave van de reguliere albums. Verder heb ik mij vermaakt met de 3lp uitgave van het debuut van Led Zeppelin (met een live concert op 2lps), de vinyl uitgave van Car wheels on a gravel road van Lucinda Williams en de Unplugged 1991-2001 platen van R.E.M.
Live viel er dit jaar ook weer genoeg te genieten van grootschalig (Pearl Jam in Ziggo Dome) tot kleinschalig (The Posies in Ekko) en van alles er tussen in zoals de nostalgie van Roger McGuinn en Tony Joe White, de jonge honden van Orwells en Circa Waves (hun debuutplaat komt volgend jaar), de reuinie van The Libertines, Jack White in de HMH, Blaudzun en de  afrikaanse klanken van Tamikrest.
Op naar 2015!
(27 december 2014)

THE RASPBERRIES
raspberries
Platenblad vroeg zijn lezers om hun favoriete nummers van The Raspberries.
Mijn bijdrage:
Vier lp’s in drie jaar maakten deze heren uit Cleveland, Ohio in de jaren 1972-1974. Ontstaan in 1970 uit diverse andere lokale groepen bestond de groep op de eerste drie platen uit Eric Carmen, Wally Bryson, Jim Bonfanti en Dave Smalley. Deze laatste twee zijn op plaat vier Starting over vervangen door Scott McCarl en Michael McBride.
Als er één groep het etiket powerpop verdient dan is het wel de Raspberries. Invloeden van Britse jaren 60 groepen als The Beatles, The Who en The Small Faces zijn overduidelijk aanwezig, maar door de sterke eigen composities heeft de groep toch een heel eigen geluid. Kortom: de hele British invasion samengevat in één groep.
Mijn top 5:
1. Don’t want to say goodbye
2. Overnight sensation
3. Tonight
4. Go all the way
5. I don’t know what I want
Ik ontdekte de groep in 1972 vanwege de prachtige debuutsingle Don’t want to say goodbye, wat mij betreft nog altijd hun mooiste nummer. Opvolger Go all the way werd hun grootste hit (nummer 5 in Amerika). Hun sterkste lp vind ik hun laatste, waarvan Overnight sensation (Hit record) zowaar nummer 18 in Amerika werd.  I just want a hit record was de overduidelijke boodschap. Van deze lp heb ik het nummer I don’t know what I want op vijf in mijn lijstje favoriete songs gezet. Alsof je The Who in topvorm hoort. De groep ging in april 1975 uit elkaar en Eric Carmen haalt solo met All by myself een grotere hit, dan groep ooit gehad heeft. En dat terwijl de muziek van de Raspberries veel meer verdiend had, in Nederland scoorden ze geen enkele hit maar bleven de eerste twee singles hangen in de tipparade. Hun muziek leeft gelukkig voort bij een flinke groep liefhebbers, in 2005 deed de groep een reunie tour, opnamen hiervan zijn ook op cd/dvd verschenen.
(3 oktober 2014)

THE MOVE
move-lp
Platenblad vroeg zijn lezers om hun favoriete nummers van The Move .
Mijn bijdrage:
The Move werd eind 1965 opgericht in Birmingham en bestond uit Roy Wood, Carl Wayne, Bev Bevan, Trevor Burton en Ace Kefford. Hun voorbeeld was in eerste instantie The Who, in 1966 werd Tony Secunda hun manager en die zorgde voor wekelijkse optredens in The Marquee in London. Secunda was ook verantwoordelijk voor de nodige publiciteitstunts (bijvoorbeeld het te lijf gaan van tv toestellen met een bijl), waardoor de groep snel bekendheid kreeg en een platencontract bij Deram, waar hun eerste single begin 1967 meteen een hit werd, het door Roy Wood geschreven Night of fear. Roy ontpopte zich tot de componist van de groep en zou tot 1970 verantwoordelijk zijn voor vrijwel alle nummers.In 1968 verschijnt hun eerste titelloze lp met een mooie hoes van onze vaderlandse The fool. Ace Kefford verlaat de groep en Roy Wood vraagt Jeff Lynne als nieuw groepslid, maar deze weigert (hij blijft liever bij zijn eigen groep Idle Race) en de groep gaat verder met zijn vieren. Er worden de nodige hits gescoord, waaronder een nummer 1 hit, Blackberry way in 1969. Trevor Burton vind deze richting te commercieel worden en verlaat The Move (we horen hem terug op de geweldige single Fight for my country van Balls met Denny Laine en Steve Gibbons, helaas hun enige release, maar een van mijn favoriete singles). Zijn vervanger werd Rick Price, begin 1970 verscheen Shazam, hun tweede lp, met onder andere een prachtige cover van Tom Paxton’s The last thing on my mind. Carl Wayne zag de meer symphonische richting, waar de groep naar toe wilde niet zitten en vertrok. Jeff Lynne liet zich dit maal wel overhalen om mee te doen en is voor het eerst te horen op derde lp Looking on. Wood, Bevan en Lynne maken dan in 1971 de laatste lp Message from the country, maar zijn eigenlijk al meer bezig met hun vervolgproject: Electric Light Orchestra. Roy Wood is daar in het begin nog bij betrokken maar later zal het een enorm succesproject worden onder leiding van Jeff Lynne  waarbij het succes van The Move zal verbleken. Toch vind ik de Move een belangrijke groep in de geschiedenis van de popmuziek, vooral dank zij het unieke talent van Roy Wood en het feit dat het uiteindelijk de basis werd voor ELO. Dan mijn top vijf:
1. Killroy was here
2. Cherry blossom clinic revisited
3. Message from the country
4. Blackberry way
5. Fire brigade
Op 1 een nummer van de debuutplaat: Killroy was here, het nummer heeft mij vanaf dat ik het voor het eerst hoorde altijd erg aangesproken. Op 2 Cherry blossom clinic revisited van de Shazam lp. Het nummer Cherry blossom clinic zou eerst hun vierde single worden, maar eindigde als nummer op hun eerste lp. Op Shazam keerden ze terug naar deze compositie met een verlengde uitvoering, met veel klassieke elementen. Op drie de enige Lynne compositie in mijn top vijf (de rest is van Roy Wood), Message from the country, het titelnummer van de laatste lp. Voor plekken vier en vijf bleven dan nog twee singlehits over en de keus viel uiteindelijk op Blackberry way en Fire brigade, maar er waren meer kandidaten. Vermeld mag nog even hun live ep Something else from The Move worden, met louter covers van o.a. The Byrds en Love. Vooral in hun begindagen in 1966 werden hun live optredens met dit soort composities gevuld en het is leuk om dat op plaat nog eens terug te horen. De ep werd in 1968 in de Marquee club opgenomen.
(21 augustus 2014)

STRAND OF OAKS
strandofoaks
Zo af en toe verschijnt er een nieuw album waarover ik mijn enthousiasme met iedereen wil delen.
Heal van Strand of Oaks is zo’n plaat. Hoewel het de vierde plaat van Timothy Showalter is waren zijn voorgaande drie folk-rock achtige platen mij tot onlangs ontgaan.

Timothy zelf over deze plaat: “This record is the first record that clicked for me. It used to feel like I was standing in this room where my feelings were, and I locked the door, and in the other room is where all my songs lived, and this is the first time where it all mixed together with no walls. Being so honest with the lyrics allowed me to be more honest with the music that I truly wanted to make. People say that your first record is meant to be your first life wrapped up into your first album, but I think it took me three records to get to that point.”
Een ander citaat:
“Previously, I shared records with people to get a tasting of: “Please tell me if I’m insane or not.” This was the first one where I just was like, “Nope. I do not give a fuck. This is what I have to do, beyond any control.”
My best friends haven’t heard it.”

Een volkomen andere aanpak dan de vorige platen dus en vooral een waarin hij volledig eerlijk over zijn leven wil zijn en al zijn persoonlijke demonen van zich af wil schrijven.
Openingsnummer Goshen ’97 beschrijft zijn gemoedstoestand als vijftienjarige jongere in Indiana, luisterend naar de Smashing Pumpkins. Het gitaarwerk in dit nummer is van J Mascis (Dinosaur Jr) en dan is meteen duidelijk dat dit geen standaard singer-songwriter album is. Absoluut prijsnummer is het aan de vorig jaar overleden Jason Molina opgedragen JM waarin hij wederom op zijn jeugd terug kijkt:
I was an Indiana kid, gettin no one in my bed
I had your sweet tunes to play
I was staring at the map, feeling fire in my head
I had your sweet tunes to play
I was mean to my dad, cause I was mean to myself
I had your sweet tunes to play
Het nummer ontroert zoals de beste Songs:Ohia nummers van Molina dat doen, duurt zeven minuten en heeft een Neil Young waardige gitaarsolo. Prachtig!
Het overkoepelend thema van de plaat is het helende karakter van muziek bij alles wat je in het leven meemaakt. Muziek is soms in staat wonden te genezen.
Strand of Oaks komen in september/oktober voor een paar concerten naar Nederland. Ik heb mijn kaartje binnen en ben benieuwd of hij live net zo weet te ontroeren als met deze plaat.
(6 Juli 2014)

THE MONKEES

Platenblad vroeg zijn lezers om hun favoriete nummers van The Monkees .
Mijn bijdrage:
Naar aanleiding van het succes van A hard day’s night van The Beatles bedacht NBC in Amerika dat een soortgelijke reeks rond de avonturen van een (fictieve) popgroep op televisie ook zou moeten scoren. Er vonden audities plaats en de uiteindelijke selectie voor The Monkees bestond uit de volgende vier heren: Davy Jones, Micky Dolenz, Peter Tork en Michael Nesmith. De serie werd twee seizoen uitgezonden van september 1966 tot en met augustus 1968 (in Nederland door de AVRO). Voor de muziek werd vooral gebruik gemaakt van befaamde componisten als het duo Goffin/King, Neil Diamond en vooral Tommy Boyce en Bobby Hart.
Hoewel ze maar liefst negen albums tussen 1966 en 1970 uitbrachten zal de groep toch vooral herinnerd worden om hun tv-serie en hun singles. Mijn top vijf:
1. I’m a believer
2. Purpoise song
3. Listen to the band
4. Theme from The Monkees
5. Pleasant Valley Sunday
op 1 de Neil Diamond compositie I’m a believer, op 2 Porpoise song uit de film Head uit 1968, dit licht psychedelische werkje werd geschreven door Goffin/King. Op 3 zowaar een Michael Nesmith compositie als een van hun latere singles: Listen to the band. In hun latere jaren probeerden de Monkees zich steeds meer los te maken van hun begeleidend team en wilden ze zelf bepalen welke muziek ze opnamen. Het themanummer van de televisieserie was zoals veel van hun nummers geschreven door Boyce/Hart. Op vijf dan Pleasant Valley Sunday, onlangs nog in het Nederlands gecovered door The Kik als Zevenhuizer Zondag. De groep ging in 1971 uit elkaar maar er waren nog diverse reunie-aktiviteiten. Davy Jones (de enige Engelsman van het gezelschap) overleed plotseling in 2012 maar ook daarna gingen de overlevenden nog op tournee in het lucratieve nostalgie-circuit.
(29 juni 2014)

LOVE
love-alone_again_or_s
Platenblad vroeg zijn lezers om hun favoriete nummers van Love .
Mijn bijdrage:
Love werd in Los Angeles opgericht door Arthur Lee, die al in andere groepen had gespeeld, maar met deze band in het begin vooral geinspireerd was door het succes van The Byrds.
Love bracht in 1966/1967 drie lp’s uit: Love, Da Capo en Forever changes, waarbij met name de derde plaat tot mijn all-time favorieten behoort. In 1967 werd daar echter lang niet overal zo over gedacht. In Amerika verkocht de plaat matig, in Engeland ging dat gelukkig een stuk beter maar in Hitweek werd de plaat bepaald niet juichend besproken. De platen komen uit op het Elektra label, dat in die tijd meer aandacht voor hun sterren The Doors heeft. Kernleden in deze periode zijn Arthur Lee en Bryan MacLean.  Deze laatste verliet in 1968 de band, waarna de groep uit elkaar viel en Arthur Lee  in diverse samenstellingen onder de naam Love nog een aantal platen uit bracht maar die zijn niet echt klassiek te noemen. De leukste vind ik nog zijn solo-lp Vindicator uit 1972.
Bryan stierf in 1998, Arthur in 2006. Mijn top 5:
1. Alone again or
2. Seven & Seven is
3. Signed DC
4. A house is not a motel
5. No matter what you do
Mijn top vijf bevat liedjes uit die eerste drie platen, waar makkelijk een goede top 10 uit samen te stellen is dus de uiteindelijke keus was nog best lastig. Mijn nummer 1, Alone again or, is een prachtige compositie van Bryan MacLean, afkomstig van Forever changes en werd ook op single uitgebracht (in 1970 zelfs nogmaals). Het nummer heeft echt een klassieke uitstraling. Er bestaan redelijk wat coverversies van, waaronder die van The Damned en Calexico. In compleet contrast hiermee mijn nummer twee, een protopunk nummer van de tweede lp, geschreven door Arthur Lee. Één brok energie, eindigend met een explosie. Signed DC is een hartverscheurende anti-drug song, afkomstig van de debuut-lp. Ook het zwaar op het Byrds geluid leunende No matter what is van deze plaat afkomstig, terwijl A house is not a motel een van de vele prijsnummers van Forever changes is.
(5 mei 2014)

SMALL FACES
tinsoldier
Platenblad vroeg zijn lezers om hun favoriete nummers van de Small Faces .
Mijn bijdrage:
De Small Faces, een van de betere jaren 60 groepen, werd in 1965 opgericht door Steve Marriott, Ronnie Lane, Kenney Jones en Jimmy Winston (al snel vervangen door Ian McLagan).  Hoewel de gloriejaren van deze groep slechts van 1965-1969 duurden is hun invloed op de popmuziek erg groot, vooral op de latere Britpop. In die vijf jaar brachten ze vijf lp’s uit voor de labels Decca en Immediate, waarvan er twee meer als verzamelaar te kenschetsen zijn. Hun lp klassieker is ongetwijfeld Ogden’s nutgone flake uit 1968 maar ze laten ons vooral ook een aantal onvergetelijke singles na. Mijn top 5:
1. Tin soldier
2. All or nothing
3. Song of a baker
4. Hey girl
5. Afterglow of your love
Over mijn nummer 1 bestond geen enkele twijfel, Tin soldier is al heel lang een vaste waarde in mijn top 10 aller tijden. Van de Decca singles zijn All or nothing en Hey girl mijn favorieten. Van de eerder genoemde Ogden’s lp is Song of a baker afkomstig. En dan blijft plaats vijf over voor een Immediate single, waarbij het moeilijk kiezen was. Het werd Afterglow of your love, hun laatste hitsingle uit 1969,  ten koste van Lazy Sunday, Itchycoo Park en Here come the nice. Toen Steve Marriott de groep in 1969 verliet om met Peter Frampton Humble Pie op te richten gingen de achtergebleven drie muzikanten verder met Rod Stewart en Ronnie Wood (beide afkomstig uit de Jeff Beck Group) als The Faces. The first step, hun debuutplaat uit 1970, kwam in Amerika nog uit onder de naam Small Faces. In 1977 en 1978 verschenen er in verband met een reunie nog twee lp’s (Playmates en 78 in the shade), maar die haalden het niet bij hun jaren zestig werk. Steve Marriott stierf in 1991, Ronnie Lane in 1997 maar de muziek leeft gelukkig voort.
(2 april 2014)

MICKONOMICS
mickonomics
Nu de Stones weer volop in het nieuws zijn was het leuk om het nieuwe boek van Flip Vuijsje te lezen: Mickonomics  (Mick Jagger vijf decennia leiderschap). De titel geeft al aan dat het niet de zoveelste uitgave is met de geschiedenis van de band maar meer een managementboek met daarin negen lessen, die we kunnen leren van het zakelijk instinct waarover Mick Jagger zonder meer beschikt. Als veelvuldig lezer van zowel management- als muziekboeken is deze combinatie nieuw voor mij en het moet gezegd: een aangename leeservaring. Flip heeft al eerder een boek geschreven over de Beatles en de Stones vanuit een andere inval dan gebruikelijk: John, Paul, Keith & Mick (2012). Hij is duidelijk fan, maar echt storend is het niet, en zijn kijk op de CEO rol van Mick Jagger (zakelijk,artistiek,strategisch) is de leidraad hier. Mick, inmiddels 70 jaar, heeft de band altijd onder de meest moeilijke omstandigheden als marktleider op de rails gehouden. Dat hij daardoor niet overal geliefd is (lees Life van Keith Richards er nog maar eens op na) mag ook duidelijk zijn. Ook hierover een wijze les: Les 7 -…en anders maar strikt zakelijk. Vooraf geeft de schrijver zelf nog even aan dat het geen leerboek maar een leesboek is. Toch zijn er zeker een paar managementlessen uit te halen. Zo kan management toch nog rock & roll zijn.
een uitgave van Nieuw Amsterdam (ISBN 9789046815397)
(25 maart 2014)

EUROVISIE SONGFESTIVAL
douzepoints
Het Eurovisie Songfestival, een jaarlijks terugkerend gebeuren  al sinds 1956. Als ik in mijn platenkast kijk vind ik op dit terrein wat singletjes uit de jaren 60, waaronder het winnende liedje van France Gall uit 1965, nog geschreven door Serge Gainsbourg, maar een prominente plaats in mijn muziekcollectie is er voor dit repertoire toch niet. Is een boek over dit fenomeen dan toch interessant en leuk om te lezen?  Het zojuist verschenen boek Douze points, twelve points van Geert Willems (journalist bij De Gelderlander) is dat zeker. Naast een gedegen analyse in 12 hoofdstukken van veel verrassende aspecten van het festival, zowel sociaal als politiek kan de lijstjesliefhebber onder de platenverzamelaars ook goed uit de voeten met het tweede gedeelte van het boek, een opsomming van  uitslagen met toelichting van alle festivals sinds 1956 met bijbehorende toelichting en in die uitslagen komen toch meer liedjes voor die in het geheugen zijn blijven hangen dan ik dacht en ook de toelichtingen leveren leuke dingen op. Zo was ik bijvoorbeeld vergeten dat de eerder genoemde France Gall niet voor Frankrijk, maar voor Luxemburg de overwinning binnen haalde.  Kortom, een aangenaam boek over een onderwerp, waar ik dat niet bij verwacht had, maar het is dan ook geen showbizznieuws-achtige analyse maar een gedegen journalistieke aanpak.
een uitgave van Spectrum (ISBN 978 90 00 33497 1)
(7 maart 2014)

ROCCO GRANATA
roccogranata
De autobiografie van Rocco Granata, getiteld Mijn leven, is onlangs verschenen.
Rocco is met twee plaatjes in mijn Platenkast aanwezig, waaronder natuurlijk de evergreen Marina (meer dan vijf miljoen verkochte exemplaren, een hit in 1959 en in de remix opnieuw in 1989). Over de jeugdjaren van Rocco is nu een film gemaakt door Stijn Coninx, en toen Rocco gevraagd werd zijn jeugdherinneringen op te tekenen heeft hij meteen maar doorgeschreven en is er nu dus dit boek van 288 bladzijden. Het boeiende verhaal van een een jongen, geboren in Italië, op 10-jarige leeftijd met moeder en zus naar België verhuisd, waar vader als gastarbeider in de mijnen werkte. Het geeft een goed beeld van hoe hard de maatschappij omging met deze gastarbeiders. Hoe Rocco met zijn onafscheidelijke accordeon van lokaal artiest met de geimproviseerde b-kant van zijn eerste single het in no-time tot de Carnegie Hall in New York bracht, hoe de muziekindustrie omgaat met artiesten, die op allerlei manieren onder druk gezet worden om zoveel mogelijk inkomsten aan de managers en muziekindustrie af te staan, het is hier allemaal te lezen. Zo wist ik bijvoorbeeld niet dat Rocco de ontdekker was van Sarah Bettens (K-Choice). Rocco is een sympathieke en trotse Italiaan, die zichzelf goed staande heeft weten te houden en door ervaring wijs geworden zakelijk zo onafhankelijk mogelijk is gebleven, ook nu op 75 jarige leeftijd nog actief als eigenaar van een muziekuitgeverij en platenmaatschappij. Een aantal van de songteksten ondersteunen nog eens het verhaal zoals bijvoorbeeld Straniero (Vreemdeling), waarvan in vrije vertaling dit het laatst gedeelte is:
Ik ben een muzikant,
een zanger zonder land,
loop overal verloren,
Ik blijf altijd Straniero.
Het laatste hoofdstuk is een namenregister, maar het boek bevat helaas geen discografie. Ik heb het met warme belangstelling gelezen en het geeft kleur aan het tot nu toe beperkte beeld wat ik van Rocco had.
een uitgave van Lannoo (ISBN 978 94 01 40996 4)
(27 januari 2014)

TERUGBLIK OP 2013
parquetcourts
MIJN TOP 10 VINYL 2013
1. Parquet Courts -Light up gold
2. Bombino -Nomad
3. Arcade Fire -Reflektor
4. Vampire Weekend -Modern vampires of the city
5. Villagers -(Awayland)
6. The Handsome Family -Wilderness
7. John Grant -Pale green ghosts
8. The National -Trouble will find me
9. Nick Cave and the Bad Seeds -Push the sky away
10. Naked -Watching the trees
Oud maar toch nieuw (of Nieuw maar toch oud)
1. Neil Young -Live at the Cellar Door
2. The Beatles -On air -Live at the BBC volume 2
3. Bob Dylan -The Bootleg series vol.10 -Another self portrait
Toen ik de lp van Parquet Courts uit Amerika begin dit jaar binnen kreeg dacht ik al snel dat deze mijn plaat van het jaar zou worden, die gedachte werd nog sterker na hun verpletterende live optreden, en voor mij is er dit jaar geen plaat verschenen die meer indruk op me heeft gemaakt. Elders op deze pagina heb ik al eens duidelijk gemaakt waarom. Op 2 Nomad van Bombino, Tuareg klanken uit Afrika, geproduceerd door Dan Auerbach in Amerika en zeker de soundtrack van de zomer. Arcade Fire maakte voor mij de vierde topplaat op rij en wisten zich weer te vernieuwen. Hoewel ik de eerste twee platen van Vampire Weekend wel leuk vond, viel alles op zijn plek met hun derde lp. Villagers en John Grant maakten een goede tweede plaat (hun debuutplaten waren 1 en 2 in mijn lijst van 2010) en The Handsome Family waren onlangs dat ze al heel lang muziek maken, voor mij een aangename verrassing. De top 10 bestaat verder uit The National (goede plaat, maar hun vorige vond ik beter) en de alom in lijstjes genoemde Nick Cave. Plaats tien reserveer ik voor een lp, die dit jaar veel voor mij betekent heeft: Watching the trees van Naked. Deze Haagse groep rond Arie Spaans bracht in eigen beheer naast een cd direkt een lp versie uit van hun nieuwe plaat, ik ontmoette Arie tijdens een instore en zo werd Naked een te koesteren onderdeel van de soundtrack van mijn leven. Bedankt Arie.
Net buiten de top 10:  Wooden Saints. Boxer Rebellion, BRMC, Jacco Gardner, Palma Violets en Wooden Shjips.
Het meest geraakt werd ik dit jaar door een nummer, afkomstig van een plaat (helaas alleen op cd) van Snowapple. Deze drie veelzijdige dames uit Amsterdam namen op hun uitstekende debuutplaat ook een Nederlandstalig nummer op, Het kleine witte zeil, en als er 1 nummer is, dat mij zal bijblijven als herinnering aan 2013, dan is het wel dit nummer. Echt ontroerend en prachtig.
Kortom, 2013 was weer een goed muzikaal jaar, met naast al deze platen ook  erg veel top concerten.
Van de artiesten in mijn lp top 10 zag ik de helft dit jaar live, maar daarnaast o.a. ook americana van The Avett Brothers, britse pop van de Kaiser Chiefs, post-punk van Wire en folk van The Staves.
Ik ben benieuwd welke nieuwe geluiden 2014 ons gaat brengen.
(29 december 2013)

50 JAAR HITPARADE
50jaarhitparade
In 1963 luisterde ik als 10-jarig jochie iedere week naar het programma Tijd voor teenagers, destijds een van de weinige programma’s met popmuziek op de Nederlandse radio, gepresenteeerd door Herman Stok. 30 november 1963 (nu 50 jaar geleden) begon dit programma met het uitzenden van de Nederlandse top 10, de eerste wekelijkse hitparade op de publieke omroep. Het begin van mijn fascinatie met hitlijsten. Wekelijks luisteren en het noteren in een schriftje van de tien populairste nummers. De eerste nummer 1 was If I had a hammer van Trini Lopez. In 1964 de opkomst van The Beatles, Stones en veel meer van wat we toen beatmuziek noemden. In januari 1965 werd de rol van belangrijke Nederlandse hitlijst overgenomen door de Veronica top 40, vooral ook vanwege het wekelijkse gedrukte exemplaar (haal hem bij je favoriete platenhandelaar). Toch bleef de publieke omroep via allerlei moeizame omzwervingen en verschillende omroepen een hitlijst uitzenden. De Hilversum 3 top 30, de Daverende 30, de Nationale Hitparade, de Mega top 100 en tegenwoordig de Mega top 50. De hele geschiedenis van deze hitlijsten is nu opgenomen in een prachtig 640 pagina’s tellend boek. Het is niet alleen een naslagwerk van de hits (voor het eerst ook met veel toelichtingen, land van herkomst en vermelding van omroepschijven) maar ook een zeer lezenswaardige geschiedschrijving van alle perikelen bij de omroep rondom deze hitlijsten. Deze historie beslaat de eerste 225 pagina’s van het boek, waarna het naslagwerk begint. De Top 40 gegevens zijn al heel lang via de diverse Hitdossiers in boekvorm verkrijgbaar. Het is fijn dat de andere lijsten nu ook in een handig boekwerk verzameld zijn. Het boek is samengesteld door Bart Arens, Edgar Kruize en Ed Adams, die een geweldige klus hebben geklaard om dit materiaal te vergaren.
Een aanrader voor iedereen die net als ik iets met hitlijsten, muziek en/of media heeft.
Het boek is een uitgave van Spectrum /Uitgeverij Unieboek
(ISBN 978 90 00 33100 0)
(30 november 2013)

THE ZOMBIES
zombies
Platenblad vroeg zijn lezers om hun favoriete nummers van The Zombies.
Mijn bijdrage:
The Zombies, vijf studenten uit het Engelse St. Albans, hadden met hun eerste single op het Decca label in 1964 meteen een wereldhit: She’s not there. Nog datzelfde jaar in december verscheen hun eerste lp, Begin here. De tweede single deed het minder en maar hun derde Tell her no werd weer een top 10 hit. Wat ze daarna ook probeerden, het wilde ondanks een serie gave singles niet echt meer lukken het succes van hun eerste single te evenaren. Hoewel ze in 1967 net een nieuw contract met CBS hadden gesloten besloten ze na het opnemen van hun tweede lp Odessey and oracle uit elkaar te gaan.
De lp werd mede op aandringen van Al Kooper alsnog in Amerika uitgebracht en toen Time of the season als single werd uitgebracht werd het uiteindelijk in 1969 een enorme Amerikaanse hit. Rod Argent was inmiddels bezig zijn eigen groep Argent vorm te geven en Colin Blunstone begon een solo carriere, eerst onder de naam Neil MacArthur (zijn nieuwe versie van She’s not there werd in 1969 een hit) maar in 1971 verscheen de eerste lp onder zijn eigen naam. Zo bleven de belangrijkste Zombies leden ook in de jaren 70 in de spotlight. Vanaf de jaren 90 treden de Zombies met Argent en Blunstone weer op (ook regelmatig in Nederland met mooie concerten) en zijn er ook een aantal nieuwe platen gemaakt maar de kern van hun repertoire blijven toch de prachtige nummers die zij tussen 1964 en 1968 op de plaat zetten en die ook mijn top vijf vormen:
1. Indication
2. A rose for Emily
3. She’s not there
4. Time of the season
5. I love you
Op 1 de single Indication uit 1966. De plaat verkocht voor geen meter maar hoort wat mij betreft thuis tussen de klassiekers uit dat jaar zoals Paint it black, Good vibrations, Paperback writer, Sunny afternoon, Eight miles high en al dat andere moois wat 1966 tot een top muziekjaar maakt. Op 2 het voor mij mooiste nummer van Odessey and Oracle, maar met de andere nummers van deze lp kun je ook gerust een top vijf vullen. Op 3 hun debuutsingle, een inmiddels klassiek poplied, vele malen gecovered, in 1977 nogmaals een hit in de versie van Santana. Time of the season mag natuurlijk niet ontbreken en op vijf I love you, een B-kantje uit 1965. Dit nummer werd in 1968 gecovered door de Amerikaanse groep People en in nog al wat landen een hit. Het geluid van de Zombies was uniek en daarom verdienen zij ook nu nog aandacht. Rolling Stone koos niet voor niets She’s not there in de top 500 songs aller tijden en Odessey and oracle in de lijst met top lp’s aller tijden. Hun muziek verveelt mij na al die jaren nog steeds niet.
(24 september 2013)

PARQUET COURTS
parquetcourts
Als er 1 plaat in het eerste half jaar van  2013 voor mij uitspringt, dan is dat toch wel Light up gold van de New Yorkse Parquet Courts. Hoewel de vier heren oorspronkelijk uit Texas komen opereert de groep  vanuit Brooklyn, waar ze in 2010 werd opgericht. In 2011 verschenen  hun eerste wat rommelige collectie vier-sporen opnamen via het  alleen op cassette uitgebrachte American specialties (inmiddels ook op vinyl verkrijgbaar via Play Pinball records).
In augustus 2012 verschijnt dan de echte debuutplaat  Light up gold op het eigen Dull tools label (uitsluitend op vinyl en digitaal). Na een Amerikaanse tour brengt  in januari 2013  het label Whats your rupture de plaat in Amerika op cd uit en in mei brengt dit label de plaat en cd in Europa uit. Een lange aanloop maar nu moet iedereen de plaat dus gewoon kunnen kopen.  Toen ik begin dit jaar single Borrowed time hoorde heb ik de LP direkt uit Amerika laten komen.
De groep bestaat uit Andrew Savage (zang, gitaar), Austin Brown (gitaar), Sean Yeaton (bas) en  Andrew’s broer Max Savage (drums).  Veel invloeden worden genoemd in recensies van de LP, waaronder de Feelies, Modern Lovers, Pavement en Sonic Youth. De groep zelf noemt het Americana punk. Ik zelf moest meteen denken aan de Pink Flag Lp van Wire met dezelfde afwisseling van veelal korte nummers (de meeste duren hooguit twee minuten) en in de gitaarpartijen hoor ik dan weer Television (het langste nummer van de plaat Stoned and starving). Toen ik ze onlangs live zag gingen sommige van deze gitaarduels af op Marquee moon achtige proporties. Dit enerverende live optreden maakte dat ik de plaat sindsdien nog vaker opzet.
Ondanks al deze invloeden weet de groep een heel eigen dynamiek aan het geheel te geven en in de vijftien nummers gebeurt genoeg om geen moment te gaan vervelen.  Ze hebben veel geleerd vanuit hun Platenkast, maar gebruiken dit als startpunt voor hun eigen muziek, een combinatie van punkrock, post-punk en noise, waarbij de meeste nummers pakkend genoeg zijn om al snel in het geheugen te blijven hangen.
Light up gold is in 2013 zeker de colour that I was looking for!
(29 juli 2013)

ARIE SPAANS & NAKED
naked
Enige weken geleden mocht ik Arie Spaans ontmoeten tijdens een instore optreden als promotie van de onlangs verschenen plaat Watching the trees van zijn band Naked. Arie is een doorgewinterd muzikant, die in de tweede helft van de jaren negentig succes had met de band Suburbs. In 1997 wonnen zij de Grote Prijs van Nederland, traden op door het hele land en openden in 1998 het Parkpop festival. Na Suburbs was er in 2004 de debuutplaat van Naked (Keep breathing). Na het eerste album volgt een bandwisseling en Arie is onder dezelfde naam doorgegaan als singer-songwriter. In 2009 wordt de band heropgericht met Willem Art op viool, Rick Roomer op drums, Rob Lagendijk op contrabas en Alexei Maliy op gitaar. Niet veel later duiken de mannen de studio in met oude bekende Shell Schellekens (Golden Earring, Urban Heroes en Vitesse). Na twee-en-half jaar is daar het resultaat: “Watching The Trees”. Je kunt de LP plaatsen in het folk-rock genre, maar daarmee doe je de plaat tekort. Veel invloeden komen boven, meteeen in het openingsnummer Angels on your way hoor je Beatles invloeden, vooral in de koortjes. Arie bezocht ooit Strawberry Fields in New York en haalde daar zijn gitaar tevoorschijn om een spontane Lennon-sessie te spelen, al snel werd hij omringd door veel Beatles-fans, die daar altijd wel rondhangen. Selfchosen lonelyness heeft dan weer country-invloeden en de plaat wordt verrassend afgesloten met een cover van Joy Division’s Atmosphere. De folkinvloeden van de LP worden dan weer vooral veroorzaakt door het vioolspel van Willem Art. Gelukkig wilde Arie van deze tweede Naked plaat naast een cd ook graag een vinyl versie uitbrengen. Bij in eigen-beheer uitgebrachte producties is dat zeker niet vanzelfsprekend. Zelfs platenmaatschappijen zien bij Nederlandse producties nog lang niet altijd de noodzaak van een vinyl-versie. De plaat is in ieder geval te koop bij Vinyl Grove in Den Haag en bij Velvet in Amersfoort. Luister eens naar deze muziek, ze is op het net te vinden (www.naked-music.nl) en doe je zelf een plezier met Watching the trees op de Platenspeler! Ik zet hem nog maar eens op.
(1 juni 2013)

NICK DRAKE
nick drake
Platenblad vroeg zijn lezers om hun favoriete Nick Drake nummers.
Mijn bijdrage:

Toen Nick Drake stierf op 25 november 1974 was hij slechts 26 jaar oud. Drie prachtige albums uit de periode 1969-1972 liet hij ons na.
Mijn kennismaking met zijn muziek was in 1969 via het Island verzamelalbum Nice enough to eat, waar tussen veel ander moois zijn Time has told me opviel.
Ik bleef Nick volgen en vooral zijn derde album Pink moon maakte in 1972 diepe indruk. Drie van de vijf nummers uit mijn top vijf zijn dan ook van deze LP afkomstig met  onbetwist  Know op nummer 1.
Know that I love you
Know  I dont  care
Know that I see you
Know Im not there
Hoe aangrijpend kan een lied zijn?
Mijn top vijf Nick Drake nummers:
1.Know
2.Time has told me
3.Pink moon
4.Things behind the sun
5.River man
(4 april 2013)

BUFFALO SPRINGFIELD
buffalospringfield
Platenblad vroeg zijn lezers om hun favoriete Buffalo Springfield nummers.
Mijn bijdrage:
Toen ik in 1969 de tweede lp van Neil Young (zijn eerste met Crazy Horse) hoorde was die indruk zo verpletterend dat de lp Everybody knows this is nowhere 44 jaar later nog altijd mijn all-time favoriete plaat is. Op dat moment kende ik BS vooral van For what it’s worth maar vanaf toen ging ik op zoek naar alles wat NY voor die tijd gedaan had. Zo kwam ik dus al snel op het spoor van zijn eerste solo plaat en de drie platen van Buffalo Springfield. Deze werden zo vooral een bron van op dat moment voor mij nieuwe NY liedjes. Het is dan ook niet vreemd dat mijn top vijf uit louter NY composities bestaat, waarbij Expecting to fly een duidelijke nummer één is. Aan dit nummer kleeft ook nog de herinnering aan de late avonduitzendingen van Radio Veronica begin jaren zeventig, waarbij Tineke steevast vlak voor middernacht haar programma met dit nummer afsloot. Pure nostalgie dus! Dat BS live een opwindende groep kon zijn is terug te horen in de bonus-tracks van de NY Anthology box set. Iets wat uit de studioplaten helaas niet altijd blijkt. Daar was van een eenheid, zeker op de laatste lp, niet veel van terug te horen. Jammer.
Mijn top 5 Buffalo Springfield nummers:
1. Expecting to fly
2. Mr. Soul
3. Broken arrow
4. I am a child
5. Out of my mind
(10 februari 2013)
TERUGBLIK OP 2012
angus-stone-broken-brights-2012
MIJN TOP 10 VINYL UIT 2012
1. Angus Stone -Broken brights
2. Alabama Shakes -Boys & girls
3. Allah-Las
4. Mark Lanegan -Blues funeral
5. Godspeed you! Black emperor -‘Allelujah! don’t bend! ascend!
6. Blaudzun -Heavy flowers
7. The Vaccines -Come of age
8. The Kik -Springlevend
9. Dead can dance -Anastasis
10. Simone Felice
Ook in 2012 waren er weer meer leuke platen dan er in een top 10 passen.Mijn uiteindelijke lijstje bevat een breed scala muziek van Canadese postrock via Australische singer-songwriter naar Nederlandstalige beatmuziek en meer. Vanmorgen liep ik Velvet Music in Amersfoort binnen (die ik overigens hardnekkig De Nootzaak blijf noemen) en daar stond mijn plaat van het jaar op (toeval bestaat niet): Angus Stone en zus Julia besloten na een paar succesvolle duoplaten het eens solo te proberen, wat mij betreft is dit voor Angus, die met de lp Broken brights kwam, een geslaagd experiment. De eerste vinylpersing betrof een genummerde oplage van 500 stuks, inmiddels is de plaat herperst en dus weer ruim verkrijgbaar. De Alabama Shakes maakten een fantastische debuutplaat, maar is in essentie de groep van zangeres Brittany Howard. Hold on Brittany! Uit Los Angeles het debuut van The Allah-las, vier sympathieke heren die klinken als een obscure sixties band, maar met een eigen draai. Mark Lanegan maakte na acht jaar weer een plaat (hoewel hij tussendoor genoeg andere dingen heeft gedaan) en hij blijft een geweldig zanger. Het gezelschap Godspeed you! deed er nog langer over om met een nieuwe plaat te komen, maar liefst tien jaar sinds hun vorige maar deze ‘Allelujah! hakt er in. Luister naar Mladic en laat je wegvoeren op deze klanken. De lp van Blaudzun kwam al in de tweede week van januari uit, maar heeft zich het hele jaar door gehandhaafd in de top 10. Verdiend succes alom, de plaat gaat nu ook in Amerika verschijnen. Zijn vorige plaat uit 2010 stond destijds niet in mijn eindlijst want niet op vinyl uitgekomen(je moet streng zijn), een vergissing die door het V2 label dit jaar goed gemaakt is met het alsnog uitbrengen van zijn eerste twee platen op lp. The Vaccines maakten vorig jaar voor mij de plaat van het jaar en ook hun tweede plaat deed het goed op mijn draaitafel. En jawel, zowaar twee Nederlandse platen in de top 10, deze van The Kik zelfs Nederlandstalig. Wat The Allah-Las met sixties als basis doen kunnen deze Rotterdammers ook, maar dan met vooral merseybeat als grondslag. Een toffe plaat. De muziek van Dead can dance was mij tot nu toe ontgaan, maar hun terugkeer na 16 jaar leverde een plaat op, die ik al bij eerste beluistering als bijzonder heb ervaren. Simone Felice sluit de top 10 af. Speelde hij eerst met zijn broers in The Felice Brothers, deze eigen plaat is erg mooi. Luister naar het slotnummer Splendor in the grass en laat je ontroeren. Net buiten de eerste tien de lps van Jack White, Lost in the trees, Muse en Maximo Park. Ook veel veteranen (minimaal 60+) brachten dit jaar goed werk uit: Neil Young with Crazy Horse, Bruce Springsteen, Leonard Cohen, Patti Smith en Bob Dylan verdienen lof voor hun nieuwe producten, om onduidelijke redenen verviel de vinyl release van de laatste Van Morrison. Heel veel goede concerten bezocht, een van de leukste was wel die van J.D.McPherson uit Oklahoma, rockabilly en old school rock waar je erg vrolijk van wordt. Zijn debuutplaat Signs and signifiers uit 2010 kwam in 2012 alsnog wereldwijd uit via het Rounder label. Single van het jaar is de eerste plaat van Palma Violets: Best of friends. Hun debuut lp verschijnt in 2013, benieuwd of die eind volgend jaar mijn top 10 haalt…
(29 december 2012)
GOLDEN EARRING-DE AMERIKAANSE DROOM
goldenearringamerika
Een boek over de Golden Earring, is dat besteed aan iemand die slechts twee lp’s van deze heren in zijn Platenkast heeft (maar wel ook nog een tiental van hun jaren zestig singles). Het is de schrijvers van het boek De Amerikaanse droom, Robert Haagsma & Jeroen Ras,  gelukt mij wel degelijk te boeien. Het concentreert zich uitsluitend op de reconstructie van hun Amerikaanse avonturen. Het leest als een spannend jongensboek en toont aan dat de Earring van het begin af aan de juiste ambities had om als een van de weinige Nederlandse rockgroepen echt een carriere in de States op te bouwen. Zo werd in de jaren zestig hun eerste single Please go daar al uitgebracht en veschenen ook de lp’s Winter Harvest en Miracle Mirror op het Capitol label.  Eight miles high werd daar op Atlantic uitgebracht en toen moest eigenlijk het echte avontuur nog beginnen. Met name in de jaren 1974-1986 waren ze in Amerika succesvol,  Van Moontan tot The hole bereikten maar liefst 8 lp’s de Billboard top 200.  (Moontan was het meest succesvol met een 12e plek). In dezelfde periode scoorden ook 6 singles aldaar in de Billboard Hot 100, waarvan Twilight zone plek 10 veroverde en Radar love het tot nummer 13 bracht. Het boek geeft ook een goed inzicht in hoe de muziekindustrie werkt en dat het opbouwen van Amerikaanse succes met veel vallen en opstaan gepaard gaat. Het hier vertelde verhaal is voor een groot deel gebaseerd op het archief en herinneringen van bassist Rinus Gerritsen, maar ook artiesten waarvoor ze het voorprogramma deden werden voor dit boek ondervraagd. Het voorwoord is van Steve Harris van Iron Maiden, duidelijk een fan. Het boek bevat ook een aantal unieke foto’s  en sluit af met een Amerikaanse discografie, hitnoteringen en een tijdslijn. Het gaf mij in ieder geval veel nieuwe informatie en ik heb me er zeer mee vermaakt.
Het boek is een uitgave van Spectrum /Uitgeverij Unieboek
(ISBN 978 90 00 31458 4)
(24 oktober 2012)

LENNONS BRIEVEN
lennonbrieven
Al sinds 1968 staat de Geautoriseerde Biografie van The Beatles door auteur Hunter Davies in mijn boekenkast. Vierenveertig jaar later duikt van deze zelfde man een nieuw boek, gerelateerd aan de Beatles op. Ondertussen heeft hij zo’n veertig andere boeken op zijn naam staan en is hij tv-presentator en journalist. In het 400 pagina’s tellende boek Lennons brieven brengt hij een bonte verzameling handgeschreven (vaak met bijbehorende tekeningen) documenten samen en dat zijn meer dan alleen maar brieven. Ook kaartjes, notities en meer vonden zijn weg naar dit boek. Het is zeker niet het ideale startboek voor de beginnende Lennon liefhebber, maar de doorgewinterde Lennon/Beatles fans vinden hier veel leuke teksten (dan weer informatief, dan weer grappig, dan weer agressief) van John zelf.
Je treft er de liefdesbrieven aan eerste vrouw Cynthia, brieven aan collega Beatles, maar ook boodschappenlijstjes. Het vertelt het verhaal van zijn leven nog eens vanuit een heel ander perspectief. Uiteraard moest het boek wel de zegen van Yoko Ono hebben, daar zij het copyright op alles van John bezit. Zij schrijft dan ook het voorwoord. De verschillende brieven worden steeds in hun context gezet door Hunter. Het boek begint met een bedankbriefje voor zijn tante toen John 10 jaar was en eindigt met een handtekening, gezet voor fan Ribea, op 8 december 1980, de dag dat hij vermoord werd. De laatste bladzijde is dan voor de 8 jarige John die in een poezie album de volgende tekst krabbelde:
By hook or by crook, I’ll be the last in this book.
John Lennon.
Het boek is een uitgave van Spectrum /Uitgeverij Unieboek
(ISBN 978 90 00 31495 9)
(16 oktober 2012)

JOHN,PAUL, KEITH & MICK
johnpaulkeithmick
Deze vier voornamen behoeven geen nadere toelichting voor de muziekliefhebber. Het is iedereen meteen duidelijk dat het om de belangrijkste leden en componisten van The Beatles en The Rolling Stones zal gaan, ook in mijn Platenkast rijkelijk aanwezig. Ook heb ik al veel boeken over beide groepen maar een boek, die de raakvlakken, overeenkomsten en verschillen tussen beide eens onder de loep nam had ik nog niet. Dit boek van Flip Vuijsje doet precies dat. Je vind er dan ook geen nieuwe feiten in, maar als liefhebber bekijk je veel aspecten bij het lezen eens van een andere kant, en dat is dan weer verfrissend. Er zijn best veel raakvlakken tussen beide groepen, zo schonken John en Paul hun compositie I wanna be your man aan The Stones voor hun tweede single en kwamen ze elkaar ook in hun verdere muzikale loopbaan nog vaak tegen. Hier wordt ook ingegaan op hun achtergronden, het management en de reden waarom de Stones nog wel bestaan terwijl de Beatles al in 1970 het bijltje er bij neergooiden. Misschien zit dat wel in de quote van Mick Jagger uit 1964, die op de achterkant van het boek te vinden is: ‘De Beatles zijn veel meer een groep dan wij. Wij zijn vijf individuen die toevallig samenspelen’.

Auteur Flip Vuijsje beleefde de gloriejaren van de Beatles en de Stones als scholier en student. Ook mijn eigen schooltijd lag in deze periode, dus misschien is daarom het boek lekker herkenbaar. Ook de meeste boeken die als bron worden aangehaald heb ik in de kast. Maar ook de minder fanatieke verzamelaar kan aan dit boek het nodige leesplezier beleven. Het boek verscheen bij uitgever Nw A’dam (ISBN: 9789046813003)
(7 oktober 2012)

 

LOST IN THE TREES
lostinthetrees
Met Lost in the trees uit Chapel Hill, North Carolina kwam ik in 2010 in aanraking door een intrigerende recensie in Plato Mania (zie onderaan deze Platenkast pagina bij mijn toelichting op de beste platen van 2010). Het was de internationale release van hun plaat All alone in an empty house, die oorspronkelijk al in 2008 op het lokale Trekky records verscheen.

In 2011 verscheen er gelukkig nog een vinylschijf van deze formatie, waarin de 7 songs van hun debuut EP Time taunts me uit 2007 opnieuw waren opgenomen en aangevuld met drie extra nummers. En nu is er dan hun tweede (of derde) plaat A church that fits our needs  De groep draait om Ari Picker, een klassiek geschoolde componist aan de Berkeley College of Music, die allerlei elementen uit folk, klassieke en filmmuziek verwerkt in zijn ontroerende liedjes. Deze nieuwe  plaat kan gezien worden als het muzikaal verwerken van de zelfmoord (in 2009) van zijn moeder, haar foto siert de hoes.
Ari moest deze plaat maken: “Ik wilde haar een plekje geven in de muziek om haar alles te laten worden waartoe ze niet de kans kreeg om te zijn”. Ari had al niet echt een gelukkige jeugd getuige zijn vorige plaat. “When you grow up with enough emotional obstacles, your body and your mind become adapted to that in some way, you learn to deal with it efficiently.  When I found out about her death, my brain just went into creative mode.”

Het gebruik van een wijd scala aan instrumenten en muzikale invloeden is volgens  Ari
“to make the beautiful parts more beautiful and the ugly parts uglier”.
Ik kan me voorstellen dat luisteraars die allergisch zijn voor de klassieke elementen dit misschien als edelkitsch ervaren, voor mij is deze plaat het zoveelste bewijs dat muziek emotie is, en kan helpen bij het verwerken van zelfs de meest tragische gebeurtenissen. Ik ben weer zeer onder de indruk. Blijft nog altijd de vraag wanneer de groep naar Nederland gaat komen!
(4 april 2012)

 

TERUGBLIK OP 2011
vaccines
MIJN TOP 10 VINYL UIT  2011
1. The Vaccines -What did you expect from the Vaccines
2. EMA -Past life martyred saints
3. Elbow -Build a rocket boys
4. Josh T. Pearson -Last of the country gentlemen
5. The Black Keys -El camino
6. The Decemberists -The king is dead
7. Iron and wine -Kiss each other clean
8. Pete and the Pirates -One thousand pictures
9. Twilight Singers -Dynamite steps
10.Devotchka -100 lovers
en nieuwe lp releases met muziek van voor 2011
1. The Beach Boys -Smile
2. Neil Young -A treasure
3. Sigur Ros -Inni

Na twee jaar waarin voor mij heel snel duidelijk was wie de plaat van het jaar maakten was de keuze nu iets lastiger. Toch maar gekozen voor de gitaarband van 2011:The Vaccines. Puntige songs in de traditie van The Undertones zonder overbodige opsmuk. En ook een eerbetoon aan het dit jaar helaas gestopte Kink Radio, waar ze lekker vaak voorbij kwamen. Op 2 het solodebuut van Erika Anderson. Sinds Horses van Patti Smith  ben ik niet zo onder de indruk van een debuutplaat van een vrouw geweest en dat is toch wel even geleden. Elbow zijn voor mij een vaste waarde sinds hun debuutplaat tien jaar geleden. Josh T. Pearson laat nog eens horen met hoe weinig versiering je een muzikaal statement kunt maken. Mooi. De plaats voor de leukste gitaarplaat was al weggegeven maar The Black Keys kwamen in december nog goed in de buurt met hun El camino. The Decemberists klonken soms nog meer naar R.E.M. dan de band uit Seattle zelf, hier had als eerbetoon natuurlijk ook de laatste R.E.M. lp kunnen staan, maar deze draaide ik net wat vaker. De nummers 7 t/m 10 zijn van muzikanten die ik in 2011 live heb zien optreden, waardoor hun plaat vaker op de draaitafel is beland. Mooiste live moment in 2011 vond ik  overigens de toegift die de Canadees Dan Mangan midden tussen het publiek in
Tivoli De Helling gaf. Kijk zelf maar eens hier op Youtube.
Op naar 2012 met ongetwijfeld weer veel leuke muziek, natuurlijk op vinyl!
(6 januari 2012)

PYTHAGORAS
00The Correlated ABC
Rene de Haan, die verantwoordelijk is voor een van de meest bijzondere vinyluitgaven die ik ken, The correlated ABC, is in het dagelijks leven vormgever en dat is aan deze uitgave af te zien. De set bestaat uit een 7inch, 10inch en 12inch plaat, die als bouwpakket samen de stelling van Pythagoras een nieuw leven in blazen. De muziek op deze platen is dan ook van Pythagoras, een groep, die in 1981 en 1982 al 2 elpees deed verschijnen, waarbij Rene de toetsenman was. De groep ontstond in de Haagse platenzaak Moonlight Records, waar veteraan drummer Bob de Jong de eigenaar was en Rene een frequent bezoeker.
Zo zie je maar dat je in een platenzaak meer kunt bereiken dan alleen leuke plaatjes scoren. Samen vormden ze de basis voor Pythagoras. De muziek begeeft zich in symphonische sferen en doet mij nog het meest denken aan de fraaie klanktapijten zoals Jade Warrior die in de jaren 70 op Island uitbracht. Het meeste materiaal op deze set is afkomstig uit de periode 1983-1985 van de opnamen voor een derde lp, maar dat wilde niet zo lukken en ongelukkig met de hele situatie besloot Rene de muziek vaarwel te zeggen en in 1986 een studie aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te beginnen. Voor een overzicht van zijn huidige werk verwijs ik naar www.renedehaan.net
Na een aantal mislukte pogingen zijn de opnamen nu bewerkt en is de derde lp er dan toch gekomen met een vertraging van zo’n 25 jaar. De set is verkrijgbaar via http://www.pythagorascorrelated.com/
of internationiaal via http://www.musearecords.com/ext_re_new_releaseselect.php?np=37262
Voor liefhebbers van sympho/progmuziek zeker een aanrader en ook een visuele aanwinst voor je platenkast! (30 oktober 2011)

CUBY + BLIZZARDS
cuby
Onlangs overleed Harry Muskee, uiteraard ook in mijn platenkast vertegenwoordigd. Er zijn de afgelopen weken al mooie verhalen verschenen over deze legendarische Drentse bluesman, maar onderstaand verhaal is een heel persoonlijk relaas, waarin Cuby+Blizzards indirect een belangrijke rol spelen. Het is een verhaal dat ik mocht ontvangen van Ramesh, die mij toestemming gaf het hier te publiceren. Het heeft mij zeer ontroerd en ik wil het graag met jullie delen. Muziek is emotie….

“ik kwam als jochie van 11 (jan 75) naar Nederland, zoals vele Surinamers.
Toen ik een jaar of 13 was kwam ik in kontakt met 2 broers van kennissen van mijn ouders; Glenn & Fea(de oudste). Bij hun hoorde ik Kid Blue van Cuby & The Blizzards en was meteen verkocht. Ik trok veel op met Fea (14 jaar ouder dan mijzelf) en kreeg van hem ook mijn eerste stereoset en later een tweede (met Thorens draaitafels). Door hem leerde ik bands kennen als Cactus, Hairy Chapter en natuurlijk Black Sabbath. Fea verhuisde later naar Eindhoven en we zijn elkaar uit het oog verloren. Glenn (de jongste) was inmiddels  overleden.
4 jaar geleden probeerde ik weer in kontakt te komen met Fea via vrienden bij de belastingsdienst/stadhuis. Geen succes. Ik denk dat hij het tof zou hebben gevonden dat ik in de muziekindustrie (Bertus) werkzaam was en veel reisde (midem, popkomm, sxsw ed). Enfin, januari 2010 hoorde ik per toeval (iemand hoorde een overlijdensbericht op de Surinaamse radio) dat Fea was overleden in Lelystad aan een hartaanval met oud & nieuw. Ik kon ‘gelukkig’ nog op zijn afscheid aanwezig zijn op 6 januari, de dag voor zijn 61ste verjaardag.

Een paar maanden later opende ik dus Vinyl Grove.
In de 4de week of zo komt een man binnen met een partij lp’s…was veel meuk, maar de eerste lp die ik eruit trok was…jazeker, Cuby & the Blizzards – kid blue.
Ik ben cool, maar ik schoot helemaal vol…tranen. bladibla.
En man, dat heeft mij zo gesterkt om door te gaan met de winkel.
Ik zie dit gewoon niet als toeval.
Dus Kid Blue = eigenlijk de plaat die mij in de muziek heeft doen belanden. En Elco Gelling mijn fave nl gitarist. Ik was overigens nooit zo van de blues hoor, KB is gewoon een Brood & Gelling rockplaat.
Nou, das dus het verhaal.
En ‘die’ lp staat dus sinds die bewuste dag op display in mijn winkel, zonder prijskaart want het is niet te koop.”

Ramesh is eigenaar van Vinyl Grove, the only TRUE vinyl store in Den Haag. Specialized in new vinyl. Fresh coffee, HQ gear & listening docks.
(19 oktober 2011)

EMA (ERIKA M. ANDERSON)
ema
Erika M. Anderson,  een naam die mij tot voor kort  niets zei, maar onder haar afgekorte naam EMA een debuutplaat heeft afgeleverd, die niet van de draaitafel is af te slaan. Titel van dit fraais:  Past life martyred saints.

Erika is een 28 jarige singer-songwriter (maar met feedback gitaar), afkomstig uit South Dakota (speelde in diverse teenage barbands),  besloot op haar zeventiende vrij naief naar California te trekken (ze vond Welcome to the jungle een inspiratiebron) omdat ze LA zag als een plek waar mensen heengingen die geweldige nummers schrijven.  Ze speelde in de band Gowns maar het schoot niet op met haar ambities en een jaar geleden stond ze op het punt de muziekbusiness vaarwel te zeggen en terug naar huis te gaan, maar uiteindelijk kwam de eigen plaat dan toch. Het nummer California is een haat/liefdesong over haar woonplek (“do I hate California, nah, but someone gotta rep the darkside of the zeitgeist” zei ze over dit nummer).

Openings-song The grey ship gaat van lo-fi naar hi-fi.  Het eerste gedeelte werd opgenomen op een 4 sporen recorder, in het tweede gedeelte verandert de instrumentatie geheel en “the whole world turns from black and white to technicolor”.
Alles wat haar muziek te bieden heeft komt dan nog eens samen in het monumentale slotnummer Red star, het einde van een relatie met als conclusie: “I know nothing lasts forever. If you won’t love me, someone will”.
Luister en huiver!
Rolling Stone omschreef haar als de bastaard dochter van Sinead O’Connor, maar dan twee keer zo gek en zes keer zo grappig.  Met die omschrijving kan ik niet zo veel. Wel weet ik dat ik sinds  Horses van Patti Smith niet meer zo enthousiast geweest ben over de debuutplaat van een vrouw. Zoveel passie en rauwe emotie, haar  teksten vol littekens (I wish that every time he touched me he left a mark) en frustraties van iemand midden in een crisissituatie.  Een vrouw, een gitaar, een prachtplaat. In september komt ze naar Nederland.
(25 juli 2011)

I.M. GERRY RAFFERTY
gerryrafferty
Gerry Rafferty, een van de stemmen die de afgelopen veertig jaar deel uitmaakten van de soundtrack van mijn leven, overleed op 4 januari 2011. Weer een muzikale vriend minder. Ik maakte kennis met zijn muziek in 1969, waar ik gefascineerd raakte door een optreden van het Schotse duo The Humblebums in het tv programma VPRO Piknik. The Humblebums bestond op dat moment uit de extraverte Billy Connolly, die later zou uitgroeien tot een van de belangrijkste Britse komieken, en de introverte Gerry Rafferty. Gerry werd geboren op 16 april 1947 in het Schotse plaatsje Paisley, in de buurt van Glasgow. Zijn vader was een van oorsprong Ierse mijnwerker. Geen gelukkige jeugd, zijn vader was alcoholist en vaak agressief. Hij overleed in 1963. In zijn schooltijd raakte Gerry o.a. bevriend met de kunstenaar John Byrne (die onder de naam Patrick later heel veel plaathoezen voor Gerry verzorgde) en met Joe Egan. Met deze zat hij al vrij jong in de groep The Mavericks, maar toen dat geen succes werd meldde hij zich bij Connolly, die op dat moment met Tam Harvey The Humblebums vormde. Gerry sloot zich aan en Tam verdween als snel uit beeld. De eerste plaat die ze samen maakte heette The new Humblebums, en bevatte composities van beide heren. Die van Gerry sprongen er uit, waaronder meteen een van mijn favorieten: Her father didn’t like me anyway. Please sing a song for us werd in ons land een hitje door The Continental Uptight Band. In 1970 verscheen Open up the door. Ook hier weer een mix van liedjes van beiden, waar die van Gerry duidelijk mijn voorkeur hadden. Prachtige nummers als Steamboat row, Shoeshine boy en My singing bird. Door gebrek aan succes groeiden de spanningen tussen beide heren en dus begon Conolly zijn komische kant verder uit te buiten en maakte Gerry in 1971 zijn eerste soloplaat Can I have my money back. Een prachtige plaat met als hoogtepunt het naar zijn moeder vernoemde nummer Mary Skeffington. Al in 1972 zocht hij echter weer contact met Joe Egan en richtten ze de groep Stealers Wheel op. De in dat jaar verschenen debuut lp is voor mij het hoogtepunt uit zijn werk. Late again,  Next to me, Gets so lonely enz. Al sinds het verschijnen een vast onderdeel van mijn top 50 aller tijden. Met Stealers Wheel maakte hij nog 2 albums, Ferguslie Park en Right or wrong maar de druk van de platenmaatschappij werd hem allemaal te veel en hij verliet de groep, kwam weer even terug en op het laatst bestond Stealers Wheel alleen nog maar uit Gerry en Joe. Contractuele ellende duurde nog drie jaar voor hij zijn solo carriere een tweede start kon geven en wat voor een. Het album City to city uit 1978 verkocht, mede dankzij evergreen Baker Street, ruim 5 miljoen exemplaren en maakte van hem alsnog tegen wil en dank een superster.
Gerry bleef weigeren in Amerika te gaan toeren, deed slechts een beperkt aantal optredens, waaronder een in Nederland in De Doelen in Rotterdam, waar ik gelukkig bij was. Opvolgers Night owl en Snakes and ladders en in mindere mate Sleepwalking verkochten ook nog behoorlijk en deze albums zijn de kern van zijn succesvolste periode van 1978 tot 1982. Hij wist weer niet echt om te gaan met deze roem en trok zich steeds meer terug op zijn landgoed in Kent.
Pas in 1988 verscheen nieuw werk: North and South en in 1992 On a wing and a prayer. Er volgde zowaar in 1993 weer een concert in ons land, ditmaal in Vredenburg Utrecht.In 1994 verscheen Over my head en in 2003 nog Another world, deze laatste weer eens met een “Patrick” hoes. Deze beide laatste platen bevatten naast nieuw werk ook elk een drietal nieuw opgenomen versies van oude liedjes, meestal geen teken van grote artistieke inpiratie.  Jammer, maar ondanks deze wat mindere platen bleef ik ze toch kopen. In 2006 vielen er op zijn website een achttal nieuwe liedjes te downloaden, hetgeen leek te duiden op een nieuw album, maar dit kwam er niet meer van. Het in 2009 verschenen Life goes on bevat slechts zes nieuwe liedjes (waaronder een paar van de genoemde downloads) op een totaal van achttien, de rest verscheen eerder. Waarom bijvoorbeeld zijn prachtige versie van She moves through the fair niet gebruikt is zal wel een raadsel blijven. Gerry’s overlijden kwam niet echt onverwacht. Hij was inmiddels alcoholist geworden, werd als eens opgenomen en was ook al een poosje zoek. Tragisch dat deze zanger niet wist om te gaan met succes en moest eindigen zoals zijn vader. John Byrne bleef hem trouw en sprak prachtig op zijn begrafenis. Tot slot: Gerry, bedankt voor jouw fraaie muziek en RIP!
(8 februari 2011)

 

TERUGBLIK OP 2010
johngrant
MIJN TOP 10 VINYL 2010
1. John Grant -Queen of Denmark
2. Villagers- Becoming a jackal
3. Lost in the trees -All alone in an empty house
4. Arcade Fire -The suburbs
5. The National -High violet
6. The Walkmen -Lisbon
7. Band of Horses -Infinite arms
8. Blood red shoes -Fire like this
9. Midlake -The courage of others
10.The Morning benders -Big echo
en uitgebracht in 2010 maar muziek van (ver) daar voor:
1. Bruce Springsteen -The promise
2. Johnny Cash -American VI -Ain’t no grave
3. The White Stripes -Under great white northern lights

Ik kijk met groot genoegen terug op de afgelopen twaalf maanden. Er valt veel goede popmuziek te genieten voor diegenen die verder kijken dan 1966 (en vooruit ook nog een beetje 1967). Hier even een beknopte toelichting bij de eerste vijf. Van de eerste 3 namen in deze lijst had ik tot 2010 nog nooit gehoord. Dat John Grant eerder in The Czars speelde was helaas niet tot mij doorgedrongen, maar vanaf het moment van verschijnen was dit zonder twijfel mijn plaat van het jaar. Toen ik hem in Nijmegen ontmoette bleek hij ook nog heel aardig en een echt talenwonder. Hij komt in april weer naar Nederland, mis hem niet als je van fraaie zang en mooie arrangementen houd. Op 2 de Ier Conor O’Brien, een klein mannetje met een groot talent. De plaat is in principe een solo-lp, maar hij trad hier diverse keren op met een band en maakt zijn afwisselende songs ook live waar. Hij kan een zaal echt stil krijgen. Ook hij speelde eerder in een andere band (The Immediate), wiens lp niet tot mij was doorgedrongen. Op 3 een plaat waarvan ik in een Plato-recensie las dat alleen al in de eerste drie liedjes het van indie naar klassiek via folk en een soort van filmmuziek gaat (Nick Drake,Arcade Fire en Vivaldi als aanknooppunten). Dit maakte mij zo nieuwsgierig dat de lp al snel uit de States overvloog om op mijn draaitafel te belanden. Ari Picker is hier de klassiek geschoolde componist, die verantwoordelijk is voor dit fraais, de band is inmiddels uitgebreid tot zeven man. Wie haalt deze groep in 2011 naar Nederland? Op vier de derde van Arcade Fire, die met deze derde plaat doorbrak naar een nog groter publiek. Qua intensiteit zullen ze hun eerste plaat echter, denk ik, niet meer overtreffen, maar ik blijf het indrukwekkend vinden. Ook The National brak met hun zesde plaat terecht definitief door ondanks het sombere karakter van de muziek.Bubbling under mijn top 10 o.a. Shearwater, Black Rebel Music, The Posies en Neil Young.Van de oude knarren werd ik vooral blij van de 3lp set The promise van Bruce Springsteen met 22 liedjes uit The Darkness sessies.  Veel was al eerder op bootleg verschenen, maar er waren genoeg verrassingen over en de geluidskwaliteit is imponerend. Van Johnny Cash verscheen het zesde American deel, waarmee denk ik de koek nu wel op is, maar in het jaar waarin mijn vader overleed was deze breekbare muziek zeker welkom.Trouwens zelden zoveel leuke livemuziek meegemaakt dan in 2010. Van bejaarden als The Pretty Things tot jonge honden als The Morning Benders. Zelfs op lokaal niveau was het soms moeilijk kiezen. Zo traden op dezelfde avond alleen in Utrecht al The Walkmen (Tivoli), Sophie Hunger (Helling) en The strange death of liberal England (Ekko) op. Na veel wikken en wegen koos ik voor The Walkmen (geweldig concert), maar de andere optredens had ik zeker ook willen meemaken. Luxe problemen dus.Het jaar werd dan nog uitgeluid met de single van The Vaccines: Wreckin’ bar, waarin met een ouderwets kort debuut (1 minuut en 24 seconden knallen) meteen een visitekaartje wordt afgegeven. Hun debuut-lp verschijnt in maart.
(6 januari 2011)

Q65
Q65
Pim Scheelings is een man van veel talenten (kijk maar eens op zijn website (http://www.scheelingsmuseum.nl/). Nu is hij ook auteur van Q65, de ultieme biografie. Het boek vertelt in ruim 200 pagina’s het boeiende verhaal van vijf jongens uit het Haagse Zuiderpark die tot ver buiten Nederland beroemd werden met hun unieke geluid. In 1966 kocht ik mijn allereerste langspeelplaat: Revolution van Q65. Het doet me dan ook veel plezier het verhaal van juist deze groep in boekvorm terug te vinden. Naast de persoonlijke verhalen van de bandleden, vertellen ook Hans van Hemert, Peter Koelewijn, Joop van Nimwegen en vele anderen uitgebreid over hun ervaringen met de Kjoe. Het boek is aangevuld met veel historische illustraties. Ook de familie Bieler stelde haar archief open en leverde vele niet eerder gepubliceerde fotos. Kortom een aanrader voor iedereen die warme herinneringen aan deze legendarische groep heeft. Kijk voor verkoop adressen op: http://www.punkfilosofie.nl/q65.html
(6 december 2009)